Foto: I'm watching you, door Gabriela B, via Flickr.com
Foto: I'm watching you, door Gabriela B, via Flickr.com

Het Spook van het Cultuurmarxisme

Een spook waart door Europa – het spook van het cultuurmarxisme, aldus het nieuw rechts. Filosoof Floris Schleicher werpt een kritische blik op dit angstwekkende fenomeen.

Een spook waart door Europa – het spook van het cultuurmarxisme. Dit is althans de mening van nieuw rechts, denk hierbij aan mensen zoals Thierry Baudet, Paul Cliteur, Sid Lukassen en Jordan Peterson. Lukassen (Avondland en Identiteit) en Cliteur (Cultuurmarxisme – er waart een spook door Europa) schreven er zelfs boeken over. Ze verdedigen hierin het idee dat cultuurmarxisme het grootste probleem is waar de huidige maatschappij mee te kampen heeft. Volgens hen infiltreert links het onderwijs en de media om de samenleving te veranderen en daarmee zou ze de westerse cultuur en identiteit bedreigen. Geïnspireerd door enkele marxistische denkers uit de 20ste eeuw, zou het linkse multicultureel en feministisch gedachtegoed er namelijk voor zorgen dat men de traditionele westerse waarden niet meer genoeg waardeert. Volgens Lukassen zouden mannen bijvoorbeeld in een zachtaardig keurslijf gedwongen worden en het traditionele gezin teloorgaan. Maar wat is dit cultuurmarxisme waar zij het over hebben eigenlijk? En heeft het wel de invloed die eraan toe wordt gekend?

Cultuurmarxisme?

De grote boosdoeners die het cultuurmarxisme zouden hebben ontwikkeld zijn de Italiaanse marxist Antonio Gramsci en de denkers van de Frankfurter Schule.[1] Beïnvloed door Marx’ analyse van het kapitalisme zagen deze twintigste-eeuwse filosofen de emancipatie van het proletariaat, de werkende klasse, als het te bereiken doel. Vanwege het uitblijven van de revolutie die Marx had voorspeld en de opkomst van het fascisme en de massacultuur aan het begin van de twintigste eeuw waren Gramsci en de denkers van de Frankfurter Schule[2] gedesillusioneerd over Marx’ analyse van de geschiedenis. Deze denkers zagen Marx’ analyse van vervreemding en monopoliekapitalisme wel bevestigd in hun tijd, maar zagen zich genoodzaakt verder te denken dan Marx over hoe de arbeidersklasse tot betere levensomstandigheden zou kunnen komen.

Antonio Gramsci en de Frankfurter Schule hebben het uitblijven van Marx’ revolutie in hun werk verklaard door het belang van ideologie te benadrukken. Ideologieën waren voor Marx doctrines die voortkwamen uit de economische positie waarin men zich bevindt. Een voorbeeld hiervan bij Marx is religie als opium van het volk.[3] Volgens Marx geloofde de arbeidersklasse in religieuze ideeën om de ellende als gevolg van hun slechte materiële positie te vergeten, zoals opium dat ook deed. Gramsci en de denkers van de Frankfurter Schule dachten dat Marx te eenzijdig de focus legde op economische factoren om zo de ideologie van burgers te verklaren. Volgens hen was het ook zo dat de ideologie van een samenleving ervoor zorgde dat arbeiders te weinig voor hun eigen belang opkwamen. Om ervoor te zorgen dat de bevolking wel sociale verandering zou bewerkstelligen, was het voor deze linkse denkers dan ook van groot belang de dominante ideologieën te ontmaskeren. Daardoor zou de bevolking zien dat er machtsrelaties schuilgingen achter die ideologieën. Ze mikten bijvoorbeeld hun pijlen op muziek, de filmindustrie en de retorica van (fascistische) politieke leiders die de bevolking voornamelijk zouden afleiden van reflectie op hun eigenlijke belangen en daarmee de kapitalistische onrechtvaardigheden in stand zouden houden.

Op het eerste gezicht lijkt het erop dat de nieuwe rechts een punt heeft als ze het heeft over cultuurmarxisme. Gramsci en de bedenkers van de Frankfurter Schule zijn immers marxisten en ze benadrukken het belang van culturele verandering om sociale verandering te bewerkstelligen. Daarnaast claimen Cliteur en consorten echter ook dat deze groep denkers nog altijd grote invloed zou uitoefenen. Deze claim is dubieus. De vraag die hierbij gesteld moet worden in hoeverre het deze denkers en eventuele navolgers is gelukt om de cultuur te beïnvloeden en te veranderen. Mocht het zo zijn dat de culturele veranderingen te wijten zijn aan een al dan niet cultuurmarxistisch links, dan is het ook nog de vraag in hoeverre ze de westerse cultuur en identiteit op een kwalijke manier aantasten.

Weinig invloed van de marxisten

Dat multicultureel en feministisch gedachtegoed de westerse cultuur ernstige schade aandoen valt te betwijfelen, evenals of dit gebeurt onder invloed van Antonio Gramsci en de Frankfurter Schule. Voorvechters van feministische gendertheorieën of multiculturalisme noemen zichzelf in ieder geval niet cultuurmarxisten. Dat betekent niet per se dat ze dat niet zijn. Cliteur denkt dat ze dat wel zijn ondanks dat ze het ontkennen net zoals eikels wel bestaan, ondanks dat die zichzelf nooit eikel zullen noemen. Toch is het veel waarschijnlijker dat diegenen die opkomen voor minderheden, bijvoorbeeld door te strijden voor vrouwenrechten of de rechten van migranten, dit doen vanuit eigen overtuigingen zonder een breder marxistisch kader, tenzij ze dit expliciet aanhangen. Sterker nog, de opkomst van identiteitspolitiek[4] lijkt mij eerder te wijten aan weinig in plaats van veel invloed van de neomarxistische filosofie van Gramsci en de Frankfurt Schule dan van het succes ervan. Immers, de focus ligt bij identiteitspolitiek op problemen van individuen en niet meer de emancipatie van de bevolking, of de arbeidersklasse als geheel. Dit betekent niet dat de problemen van identiteitspolitiek geen belangwekkende politieke problemen zijn. Maar deze identiteitspolitiek komt veelal voort uit het belang van gemarginaliseerde groepen en heeft niet het marxistische doel voor ogen van een emancipatie van de arbeidersklasse.

Niet alleen is de link tussen het feministische en multiculturele gedachtegoed en de bovengenoemde marxistische denkers dubieus, ook lijkt er überhaupt weinig empirisch bewijs voor de invloed die nieuw rechts toeschrijft aan links. Zo heeft Nederland een rechtse regering, is er voor iedere joop.nl een dagelijksestandaard.nl en Powned.nl, en voor iedere Marijnissen of Sanders een succesvollere Trump of Wilders. Dat grote sociale veranderingen uitbleven ziet men ook terug in het toenemende pessimisme ten aanzien van sociale verandering in het werk van de Frankfurter Schule. Met die grote dreiging van links lijkt het dan ook mee te vallen en het is dus verwonderlijk dat deze denkers door Cliteur en co als boeman worden gezien. Dit roept de vervolgvraag op waarom deze marxistische denkers niet geslaagd zijn in het verwezenlijken van hun emancipatoire idealen.

Cynisme als doodsteek voor de ideologiekritiek

De grootste tegenslag voor het werk van Gramsci en de Frankfurter Schule is dat men erachter is gekomen dat kritische analyses van ideologie op zich niet genoeg zijn voor het bewerkstelligen van grote sociale veranderingen. Dit werd misschien wel het krachtigst geanalyseerd door Sloterdijk in zijn Kritik der Zynischen Vernunft. Hierin beschrijft Sloterdijk hoe ideologiekritiek niets uithaalt tegen een cynische houding. Deze houding definieert Sloterdijk als: “Ze weten wat ze doen en toch doen ze het”.[5] De kritieken die door de Frankfurter Schule werd geleverd op muziek, de filmindustrie en de retorica van (fascistische) politiekleiders om zo de ideologie achter die praktijken te ontmaskeren zijn ineffectief omdat iedereen zich allang bewust is van de ideologische haken en ogen van al deze praktijken.

Om een voorbeeld van de filosoof Slavoj Žižek te gebruiken, men kan aantonen dat Silvio Berlusconi, de voormalige premier van Italië, een ‘corrupte idioot’ is, maar dat haalt niks uit. Zijn stemmers en hijzelf zijn zich hier op een cynische manier allang van bewust. Ze omarmen zijn imperfectie juist op een manier die iedere kritiek ineffectief maakt.[6] Net als bij Berlusconi kan er ook bij allerlei andere dingen worden aangetoond dat er bedriegende machtswerkingen aan de gang zijn die ongelijkheden in stand houden, maar net als met Berlusconi noopt dit dan toch niet tot sociale verandering. De cynische mentaliteit staat sociale verandering in de weg, dit dwingt tot een herbezinning op hoe emancipatoire idealen te verwezenlijken in de praktijk.

Conclusie

Uit het bovenstaande volgt een geheel andere conclusie dan het schrikbeeld van de ‘cultuurmarxisten’ die rechtse denkers als Cliteur ons voorhouden. Het cultuurmarxisme blijkt inderdaad een spook dat door Europa waart, in de zin dat ze niet echt bestaat. In plaats van de oorzaak van de teloorgang van de westerse cultuur, lijkt het marxistische gedachtegoed van Gramsci en de Frankfurter Schule omgevormd te moeten worden, willen de ooit zo aansprekende emancipatoire idealen van links werkelijkheid worden. Het is wat dat betreft niet gek de filosoof Slavoj Žižek populair is bij mensen met linkse sympathieën. Hij houdt ten minste rekening met de ineffectiviteit van ideologiekritiek. Hoeveel dit helpt is nog maar de vraag, maar het valt te hopen dat links in de toekomst meer een vuist kan maken zodat er in de praktijk meer ruimte is voor emancipatoire idealen. In tegenstelling tot wat nieuw rechts beweert zijn de marxisten er maar weinig in geslaagd de samenleving te veranderen, maar dit dus hoeft niet het einde van emancipatoire idealen betekenen. De eerste stap naar het realiseren van hun idealen is dat we ons niet laten misleiden door rechtse spookbeelden.

 

Noten

[1] Zie bijvoorbeeld https://joop.bnnvara.nl/videos/extreemrechtse-complottheorie-cultuurmarxisme-wordt-afgeserveerd-buitenhof en https://politiek.tpo.nl/2018/05/31/sid-lukkassen-opkomst-en-impact-van-het-cultuurmarxisme/. In dit artikel geeft Lukassen aan dat Jameson zich cultuurmarxist noemt. Maar dit betekent natuurlijk niet dat cultuurmarxisme een breder project is. En zeker niet dat er een verband bestaat tussen de Frankfurter Schule, Gramsci en huidige identiteitspolitek.

[2] Onder andere Adorno, Horkheimer en Marcuse.

[3] Marx, K. (1844). Einleitung zu Zur Kritik der Hegelschen Rechtsphilosophie. In: Deutsch-Französische Jahrbücher (pp. 378-379). Heruitgegeven, MEW, Bd. 1. Berlijn, Oost-Duitsland: Dietz Verlag, 1976. blz. 378-391. URL: http://www.mlwerke.de/me/me01/me01_378.htm [05-11-2017]. Overigens wordt deze frase van Marx vaak verkeerd geciteerd als opium voor het volk. Dit zorgt voor een hele andere betekenis, aangezien ‘voor het volk’ impliceert dat religie iets is wat het volk wordt opgelegd of aangedaan. Marx bedoelt dat het volk zichzelf religie oplegt. Lenin gebruikte wel de frase opium voor het volk. Zie hiervoor: Lenin, V. (1905). Socialism and Religion In: Novaya Zhizn, No. 28, December 3, 1905. URL: https://www.marxists.org/archive/lenin/works/1905/dec/03.htm [April 24, 2016].

[4] Onder identiteitspolitiek vallen verschillende politieke posities die gemeen hebben dat ze uitgaan van het perspectief en de belangen van een bepaalde (minderheids)groep. Hieronder vallen onder andere feminisme, genderactivisme en antiracismebewegingen. Het zijn vooral deze bewegingen die als voorbeeld worden genoemd van cultuurmarxisme door Cliteur en consorten.

[5] Sloterdijk, P. (1983). Kritik der zynischen Vernunft: Erster Band. Frankfurt am Main, Duitsland: Suhrkamp Verlag. blz. 37: “Sie wissen was sie tun, aber sie tun es[.]”

[6] Zie: Žižek, S. (2009). Berlusconi in Tehran. London Review of Books, 31(14), 3-7. URL: https://www.lrb.co.uk/v31/n14/slavoj-zizek/berlusconi-in-tehran [06-11-2017].

Over Floris Schleicher 7 Artikelen
Floris Schleicher is filosoof en docent filosofie, maatschappijleer en maatschappijwetenschappen. Zijn interessegebieden binnen de filosofie zijn onder andere het gedachtegoed van de Frankfurter Schule en van de hedendaagse filosofen Byung- Chul Han en Slavoj Žižek.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*