Storm Clouds Gathering, door Zooey, via Flickr.

Laten we morgen het klimaatprobleem eens gaan oplossen!

We willen en moeten het klimaat veranderen, maar waarom beginnen we daar dan niet mee? Stefan de Bruijn bekijkt wat ons tegenhoudt en wat ons te wachten staat als we nog langer treuzelen.

Greenpeace wil de kolencentrales sluiten. Minister Kamp wil schaliegas oppompen. Windmolens schieten als paddenstoelen uit de grond. Reclames over zonnepanelen schieten dagelijks over het scherm: in 2050 moeten we klimaatneutraal zijn en windmolens en zonnepanelen zijn onze silver bullet.

Het is volkomen terecht dat er vele kritische noten worden geplaatst bij deze propaganda. Schaliegas oppompen genereert een hoop broeikasgas als bijproduct. We hebben veel te lang gewacht met het investeren in een goede oplossing. En bovendien heeft onze silver bullet veel weg van een nerf gun, die weliswaar erg stoer is, maar onvoldoende impact heeft.

Al in 1995 maakte ik me ernstig zorgen om onze fossiele industrie. Mijn voorspelling destijds was dat we in vijftig jaar een enorm probleem gingen krijgen. Nu, ruim twintig jaar later, lijkt het erop dat deze voorspelling akelig dichtbij komt. Deze problemen, die vandaag de dag steeds meer zichtbaar worden, zijn dus niet nieuw. De voornaamste reden dat deze niet eerder zijn opgelost, is dat we simpelweg geen silver bullet hebben. De geboden oplossingen zijn hoogstens deeloplossingen.

Maar laten we aan het begin beginnen, want zonder een goed begrip van hoe het probleem in elkaar zit, is het onmogelijk om te begrijpen waar de oplossingen zitten.

Wat is klimaatsverandering?

Onze natuur kan je het best voorstellen als iemand die op de gewoon rechtop staat. Als deze persoon een duwtje krijgt, zal hij proberen op zijn plaats te blijven staan. Geeft men hem een plotselinge harde duw, dan zal hij omvallen. Zelfs als we ons er niet van bewust zijn, is zoiets simpels als rechtop staan voor ons lichaam al een kwestie van balans uitoefenen. Op een soortgelijke manier is onze natuur een complexe balans van allerlei processen die zich naast elkaar bevinden en elkaar in stand houden. Verstoor de balans van een klein deel, en de zal natuur proberen een nieuwe balans te vinden, maar als we te snel de balans verstoren, gaan er dingen fout.

Een van de dingen die fout kunnen gaan is het vaak genoemde “broeikaseffect”. Broeikasgassen houden warmte vast als een soort “deken” om de aarde, waardoor de aarde opwarmt. CO2 is een broeikasgas, net zoals methaan en lachgas. Niet alle broeikasgassen zijn even schadelijk, maar om het simpel te maken drukken we alles uit in CO2 equivalenten.

Een kleine verschuiving van de CO2 balans is niet een probleem; de natuur is flexibel genoeg om dit te corrigeren. Onze oceanen zullen de CO2 opnemen, waardoor er meer algen gaan groeien en het probleem is verholpen. Waar de natuur echter geen rekening mee heeft gehouden, is de enorme snelheid waarmee we fossiele brandstoffen zijn gaan verbranden.

Grafiek van Stefan de Bruijn op basis van cijfers van World energy consumption (BP Statistical Review of World Energy 2015) en berkeleyearth.org
Grafiek van Stefan de Bruijn op basis van cijfers van World energy consumption (BP Statistical Review of World Energy 2015) en berkeleyearth.org.

Fossiele brandstoffen zijn hierbij echter niet alleen de brandstoffen van onze vervoersmiddelen; ze zijn ook de brandstoffen van onze economie. De auto- en olie-industrie behoren tot de grootste industrieën van onze planeet en sinds 1900 hebben dat soort bedrijven ons enorm veel welvaart gebracht. Omgekeerd redenerend is het minderen of stoppen van fossiele brandstoffen ongelofelijk slecht voor zowel de economie als de business van deze bedrijven.

Al sinds de jaren ’80 is ExxonMobile zich hiervan bewust. Om de negatieve financiële fall-out tegen te gaan, heeft het bedrijf jarenlang wetenschappers betaald en valse informatie gecreëerd om het aannemelijk te maken dat klimaatsverandering niet bestaat. Inmiddels is dit schandaal aan het licht gekomen en daarmee is er ook een eind gekomen aan wetenschappers die openlijk vraagtekens zetten bij het bestaan van klimaatsverandering.

Het is een feit dat de aarde opwarmt en het is een feit dat dit sneller de balans verstoort dan de natuur kan opvangen. Het is een feit dat CO2 een grote boosdoener is. En het is een feit dat fossiele brandstoffen verantwoordelijk zijn voor het grootste deel van de CO2 die wordt uitgestoten. Over deze punten hoeven we geen discussie te voeren; waar we discussie over moeten voeren, is wat we met deze feiten gaan doen en hoe we het probleem gaan aanpakken.

Een internationaal plan voor de toekomst

Vorig jaar vond in Parijs de klimaattop plaats. Het belangrijkste onderwerp dat de agenda stond: welke verantwoordelijkheid nemen we bij het bestrijden van het broeikaseffect? Met de feiten duidelijk op tafel, was de hoop dat dit een eenvoudig verhaal ging worden… de praktijk bleek echter niet zo simpel.

Allereerst zijn de economische belangen van verandering enorm – en zeker voor de middelen die geen goed alternatief hebben. Elon Musk heeft in 2003 laten zien dat je auto’s succesvol op elektriciteit kan laten rijden, een recept dat andere autofabrikanten langzaam maar zeker overnemen. Een dergelijke doorbraak is er helaas nog niet geweest voor vliegtuigen. Het gevolg was dat reductie van CO2 binnen de luchtvaart van de onderhandelingstafel afviel, ondanks het feit dat luchtvaart een grote vervuiler is.

Daarnaast vonden verschillende landen met een nog opkomende economie, die aanwezig waren op de klimaattop, dat de eis voor CO2-reductie onrealistisch is en dat de kosten hiervoor bij de welvarende landen moesten liggen. Als je immers met veel moeite je bevolking nog maar net kan voeden en de welvaart in je land slechts mondjesmaat toeneemt, is een windmolenpark een enorme investering. Westerse landen – die al jaren veel meer consumeren en daarom onevenredig veel meer schuld hebben aan het probleem – zagen er vervolgens weinig in om de opkomende landen hierin financieel te ondersteunen.

Afspraken maken met verregaande consequenties bleek op de klimaattop niet mogelijk. Door blijven gaan op dezelfde voet is echter ook niet mogelijk. Het resultaat was een compromis, waarbij de doelstelling is om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 2 graden Celsius. Deze “2 graden doelstelling” was gebaseerd op een impact-assessment, die gemaakt is door een expert panel. Ironisch genoeg bleek niet lang na de klimaattop helaas al dat een aantal aannames in dat onderzoek niet klopten, waardoor gekozen is voor de effecten van een “1,5 graad doelstelling”… met een doel van 2 graden in 2050.

Realistisch gezien gaan we in het beste geval afstevenen op 2 graden opwarming in 2050. Vrijwel alle politieke plannen hebben dit doel als uitgangspunt.

2 graden opwarming, mooie warme zomers?

Ik ben dit verhaal begonnen met de balans in de natuur; en de enorme hoeveelheid CO2 die we in de atmosfeer pompen verstoort deze balans. De manier waarop de natuur de balans probeert te herstellen is, zoals gezegd, door CO2 op te nemen in onze enorme oceanen. De effecten hiervan kunnen we op dit moment maar deels overzien. Sterker nog, de voornaamste reden dat de experts denken dat ze ook maar enigszins kunnen inschatten wat “2 graden opwarming” betekent, is omdat een deel van de effecten nu al zichtbaar zijn.

Zo is één van de grootste effecten van het broeikaseffect, de opwarming van de aarde zelf, al steeds meer merkbaar aan het worden. In de gebieden waar het droog is, rukken woestijnen verder op. Bosbranden worden frequenter. Koraal sterft af en daarmee komen ook vele vissen in de problemen. Extreme neerslag geeft meer schade. Onze ijskappen zullen smelten.

Dat raakt ons (nu) niet?

Veel mensen beseffen zich helaas nog niet eens dat deze 2 graden grens ook enorme consequenties heeft voor henzelf. Voor 1,5 miljard mensen (een kwart van onze wereldbevolking!) zal drinkwater een probleem worden. Tuinders krijgen steeds meer problemen met misoogsten. En verwacht wordt dat meer ouderen zullen sterven als gevolg van hittegolven. Om maar een paar voorbeelden te noemen.

Voor Nederlanders is er relatief goed nieuws: het zijn juist de armste landen van de wereld die het hardst worden getroffen. Maar ook wij zullen hier niet zonder kleerscheuren vanaf komen. Nu al worden er bijvoorbeeld scenario’s gemaakt voor mogelijke consequenties voor de haven van Rotterdam (als gevolg van stijging van de zeespiegel) – een belangrijke aandrijver van onze economie.

Als we pas gaan handelen op het moment dat we de pijn van klimaatsverandering persoonlijk voelen, is het waarschijnlijk al te laat; want klimaat verandert niet spontaan, maar traag. De effecten voelen we 20 jaar later nog. Dat betekent dat als we bij 2050 het tij gekeerd willen hebben, dat we dan in 2030 de transitie al helemaal afgerond moeten hebben.

Dus de vraag is: doen we nu al genoeg? Op dit moment wordt ongeveer 6% van de energie in Nederland opgewekt via duurzame energiebronnen. Optimistisch gezien komt daar ieder jaar op dit moment ongeveer 2% bij. In 2030 zitten we dan op 34%. En ondanks dat dit een enorme prestatie is, die vele tientallen miljarden euro’s zal gaan kosten, zegt de werkelijkheid dat we een transitie nodig hebben van zo’n 6% per jaar!

Natuurlijk kunnen we ook praktisch kijken naar wat er mogelijk is. Misschien hoeven we de 2030 grens niet zo drastisch te zien? Op dit moment stoten we ongeveer 40 miljard ton CO2 uit per jaar. Volgens experts mogen we nog maar 600 miljard ton CO2 uitstoten om de 2 graden-grens te kunnen halen. Volgens deze berekening hebben we dus nog ongeveer 15 jaar voor de transitie.

Deze simpele rekensommen laten zien dat we nu toch echt serieuze stappen moeten gaan maken. En ondanks dat ik een enorme optimist ben, zie ik deze veranderingen nog niet op de schaal gebeuren waarop ze nodig zijn.

Wat gaat er gebeuren bij meer dan 2 graden opwarming?

En dat brengt ons tot een hele vervelende vraag: wat gaat er gebeuren als de aarde 3, of zelfs 4 graden opwarmt? Wat gebeurt er als we de natuur, die zo sterk in zijn schoenen staat, struikelt en omvalt?

Laten we beginnen met diersoorten die uitsterven. Met name de dieren die niet snel kunnen aanpassen of verplaatsen, zullen het slachtoffer worden van de klimaatsveranderingen. Zo zijn vissen de dupe. Onze oceanen worden namelijk zuurder als gevolg van de CO2 die ze opnemen, naar inschatting zelfs 62% zuurder bij een 3 graden opwarming van de aarde. Vissen zullen dus uitsterven, als het niet vanwege die verzuring is, dan wel vanwege de gevolgen van temperatuursverandering. Woestijnen rukken nog veel verder op, bosbranden zullen nog vaker voorkomen en ons weer wordt nog extremer. Onze aarde wordt een minder prettige plaats om te wonen voor mensen.

De consequenties voor de mensen liegen er ook niet om. Naar schatting 1,75 miljard mensen krijgen te maken met de gevolgen van te weinig zoet water. En vele ouderen en zwakkeren zullen sterven als gevolg van de jaarlijks terugkerende hittegolven waar 4,5 miljard mensen mee te maken zullen krijgen. Vele tientallen miljoenen mensen krijgen problemen met overstromingen. En tot slot komen er voedseltekorten, omdat onze belangrijkste bronnen van voedsel (graan en mais) productieproblemen gaan krijgen als gevolg van de temperatuurstijging.

Alsof dat nog niet erg genoeg klinkt, is het helaas nog maar het begin van het verhaal. Bij 4 graden opwarming zijn de effecten helemaal niet meer te overzien. Onze ecosystemen worden bij dergelijke temperaturen zo veel uit balans getrokken dat we niet eens kunnen voorspellen hoeveel diersoorten er in het hele ecosysteem nog kunnen overleven. Dit moeten we koste wat kost voorkomen, niet om de planeet te redden, maar om onze planeet leefbaar te houden.

We spelen met vuur

Het hebben van een doelstelling van 2 graden opwarming van de aarde is als spelen met vuur. De eerste mensen die dit vuur aan de schenen gaan volgen zijn waarschijnlijk de armste mensen op onze planeet, als gevolg van hittegolven, drinkwater schaarste, misoogsten en overstromingen. Zodra de problemen ons bereiken, is vervolgens de vraag hoeveel levens we nog überhaupt kunnen redden. Dan is het dus al te laat om het tij nog te keren.

Klimaatsverandering gaat over mensenlevens. Heel Veel Mensenlevens.

We moeten ophouden met praten over verantwoordelijkheid en de impact op de economie. Twintig jaar geleden zouden we de luxe hebben gehad om er uitgebreid over te discussiëren, toen waren alle opties nog open voor ons. Nu is de tijd gekomen om te handelen en echt de rommel die we hebben gemaakt op te lossen. Het is tijd voor assertiviteit, waarbij we stappen moeten zetten richting de oplossing. Zonnepanelen en windturbines hebben nadelen, absoluut. Maar dat neemt niet weg dat ze wel een stap in de goede richting zijn.

Daarom moedig ik iedereen aan om morgen zonnepanelen op het dak te plaatsen. Niet vanwege de financiële prikkels en reclames. Niet vanwege de terugverdientijd en de bomen. Zonnepanelen neem je ultimo om mensenlevens te redden.

Over Stefan de Bruijn 8 Artikelen
Stefan de Bruijn (1981) ontwikkelde al op jonge leeftijd een interesse voor techniek, politiek en duurzaamheid. Hij studeerde Informatica en Psychologie. Van 2004 tot 2012 maakte Stefan carrière van junior automatiseringsdeskundige tot CTO. In 2012 besloot Stefan zijn eigen hightech informatica bedrijf op te zetten.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*