In front of pudong Skyline, door Leniners, via Flickr.
In front of pudong Skyline, door Leniners, via Flickr.

Sporten in China: Winnen is het doel

Integeren in een andere cultuur? Dat werkt doorgaans goed door een hobby op te pikken, dan kom je makkelijk in contact met andere mensen. Maar dat werkt niet overal zo, ontdekte Li-Anne Krol in China.  

Chinezen en sport gaan goed samen. Niet alleen de ‘traditionele Oosterse sporten’ zoals kungfu en tai chi, maar juist ‘Westerse sporten’ als hardlopen, tennis, dansen en voetbal zijn erg populair. Loop in China naar buiten en je ziet geheid iemand in een parkje of gewoon op straat bewegen. Jong en oud, man en vrouw, iedereen lijkt mee te kunnen en mogen doen. Hoewel sport zeker voor iedereen is, blijkt dit bij deelname toch niet echt iedereen te omvatten. Als buitenlander sporten in China is zeker anders dan in Nederland. Hoe goed gaan Chinezen, sport en buitenlanders samen?

Een van de eerste dingen die opvalt bij Chinezen en sport, is de mentaliteit. Hiervan krijg je al een voorproefje bij de proefles. Ter vergelijking, in Nederland zijn proeflessen grotendeels vrijblijvend. Toen ik weer wilde gaan paardrijden, heb ik niet gelijk een tienrittenkaart aangeschaft, maar een gratis proefles gevolgd. Als je verder wilt, maak je dat na afloop van die les kenbaar. Toegankelijkheid staat voorop en je wilt eerst kijken of het wel een sport is die bij je past.

Zo niet in China. Als je eenmaal ergens een les begint te volgen, gaan ze ervan uit dat je hiervoor gekozen hebt en er echt voor gaat. Een proefles in China is eigenlijk gewoon je eerste les. Je krijgt iets meer informatie hoe het gaat en een korte introductie, maar verder verwachten ze je de komende weken gewoon te zien. Waarom zou je ergens mee beginnen om dan alweer gelijk op te houden?

Als je in China met een nieuwe sport begint, is het bovendien normaal dat je de benodigde spullen zelf aanschaft. In Nederland kun je veel dingen huren, lenen of tweedehands kopen. In China zit iedereen met glanzende leren laarzen op hun paard, dat meestal ook van henzelf is. De investering die zo in de sport wordt gestoken, hoopt men natuurlijk wel terug te verdienen. Winnen is namelijk het belangrijkste doel van sport in China.

Winnen is belangrijker dan meedoen

De alles-of-niets houding van Chinezen zie je eigenlijk terug bij alles wat ze doen; studie, werk, gezinsleven, ze gaan voor niets minder dan perfectie. Aan deze gedachtegang liggen een aantal zaken liggen ten grondslag.

Ten eerste zijn er in China simpelweg veel mensen. Dit geldt voor een groot deel van Azië, maar in China heeft vooral de middenklasse en stedelijke bevolking de laatste jaren een explosieve groei meegemaakt. Onderzoek van McKinsey rekent uit dat in 2022, meer dan 75 procent van de Chinese stedelijke bevolking 60.000 tot 229.000 RMB per jaar zal verdienen. Dat zijn bijna 300 miljoen mensen. Tegelijkertijd studeerden in 2015 7,5 miljoen universitair studenten af. Om in deze massa uit te blinken, kun je maar beter goed zijn in wat je doet.

Ten tweede zijn Chinezen dol op tests, beoordelingen en rankings. Of het nu op werk, tijdens de studie of bij je sportschool is, overal zijn examens te doen en punten te halen; meestal ook voor iedereen zichtbaar. In het onderwijs wordt hiervoor al de basis gelegd. Ralph Mainard, verantwoordelijk voor de Britse Dulwich International Schools in Beijing, Shanghai en Suzhou zegt in een interview: ‘Het Chinese systeem is erg gefocust op wat met tests gemeten kan worden en duidelijk in wat onderwijs moet bereiken: specifieke vaardigheden en kennis.’ In sport wordt daarom veel de nadruk gelegd op wedstrijden en, indien talent gesignaleerd is, de Olympische Spelen. Het is niet genoeg om alleen goed te zijn, je moet tastbaar bewijs hebben.

Tenslotte is een ander element cruciaal, guanxi. Tegenwoordig is dit een veelgehoorde term bij het beschrijven van de Chinese sociale omgang en netwerken. Guanxi kan letterlijk vertaald worden als ‘relatie’. Dit begrip beschrijft een sociale connectie tussen twee personen die gebaseerd is op wederzijdse interesse en voordeel. Een andere term die hiermee hand in hand gaat, is mianzi, gezicht. Gezicht kun je krijgen en verliezen. Krijgen door bijvoorbeeld goed te presteren, verliezen door een fout te maken.

Hoe beïnvloed dit het sporten? Er ontstaat een sterk wij-zij gevoel. Je netwerk, daar doe je het voor en die moet je gezicht geven, voor kinderen vaak ouders en familie. Omdat er zoveel mensen zijn, moet je echt goed in iets worden om erkend te worden. En deze erkenning krijg je het gemakkelijkst als je iets wint, een beker of een medaille.

Voor de niet-Olympische sporters

Ik ben geen professioneel sporter en die ambitie koester ik ook niet. In Nederland is dat gewoon, sporten doen velen enkel voor hun plezier of om meer te kunnen eten en nog steeds in de eigen kleding te blijven passen. Recreatief sporten, niet om er echt goed in te worden maar juist voor de bezigheid en het gezelschap van anderen om je heen, is heel normaal.

In China is dit sentiment veel minder aanwezig. Uiteraard zijn er altijd mensen bij het sporten die het minder goed bijbenen of eigenlijk niet kunnen. Deze krijgen een onzichtbare vrijbrief vanwege hun onvermogen. Maar als je gezond bent, wordt er vanuit gegaan dat je meedoet om goed te worden; dat je ervoor gaat en niet opgeeft voordat je een goed niveau hebt bereikt. Aan de ene kant spreekt hieruit het vertrouwen in het succes van hard werk: Vooruitgang is onvermijdelijk als je je maar genoeg inzet. Aan de andere kant betekent het ook dat iedereen je ontzettend snel vooruit streeft als je ‘alleen maar’ een beetje ontspannen wilt sporten.

Het is dan ook interessant om te merken dat in beide landen dezelfde dingen worden geleerd tijdens de sportles, maar de uitvoering duidelijk anders is. Bij een groepsles in Nederland wordt de nadruk gelegd op dingen in je eigen tempo te doen en niet over je grenzen heen te gaan. Er wordt misschien een beetje voorzichtig aan je getrokken en verkeerde technieken gecorrigeerd, maar je mag het grotendeels zelf doen. In China worden dezelfde woorden gezegd, maar toch wordt al snel duidelijk dat je eigen tempo maar beter hoog kan liggen en je grenzen er zijn om tegenaan te gaan zitten.

In Nederland heb ik danslessen gevolgd waar ik duidelijk de stijve hark in de klas was. Dat levert doorgaans geen problemen op, behalve voor het zelfvertrouwen misschien. In China was ik aanvankelijk ook een van de minst flexibele in de klas, maar in het land van de slangenmensen wordt rekken en strekken serieus genomen. Er wordt aan armen en benen geduwd of getrokken en leraren gaan met plezier op je zitten om je zo plat mogelijk op de grond te krijgen. Met een beetje geluk, eindig je zo op een bepaald moment ook daadwerkelijk in de perfecte houding.

In de praktijk

Alles bij elkaar, heeft het Chinese systeem zeker zo zijn voordelen. Inmiddels lig ik praktisch in de spagaat, iets wat ik in Nederland niet zo snel voor elkaar had gekregen. De drempel om te beginnen ligt wel hoger, maar je bent zo ook meer gemotiveerd om door te gaan. De mentaliteit kan echter doorslaan en juist demotiverend werken. In een artikel over de Chinese sport mentaliteit, zegt een coach dat ‘Winnen een natuurlijk doel is voor elke atleet, maar ook een obstakel kan zijn. Dit is wat recreatief sporten in China nekt, omdat winnen zo belangrijk is beginnen kinderen er niet meer aan.’

In China is men zich steeds meer bewust van de voordelen en nadelen die de huidige mentaliteit met zich meebrengt. Er wordt druk gediscussieerd over een nationale strategie die sport promoot voor iedereen, in plaats van de nadruk te leggen op Olympische glorie. Het lijkt erop dat het tijdperk waarin liefde voor sport de boventoon gaat vieren, in de toekomst hoogtij zal vieren.

Over Li-Anne Krol 1 Artikel
Li-Anne (1990) is Sinoloog en werkt momenteel bij de Nederlandse Ambassade in Peking. Culturele verschillen, film, literatuur en reizen en het leven in China zijn favoriete onderwerpen om over te schrijven en te praten.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*