Maestro 2017 kandidaten, via AVROTROS (https://www.avrotros.nl/maestro/over/)
Maestro 2017 kandidaten, via AVROTROS (https://www.avrotros.nl/maestro/over/)

Column: Stokjeszwaaierij

Is het een goed zaak dat het televisieprogramma Maestro klassieke muziek laagdrempelig en toegankelijk maakt? Zou dat er eigenlijk toe moeten doen? Columnist Dennis Smits geeft zijn mening.

En alweer het vierde seizoen van het televisieprogramma Maestro is ten einde. Afgaande op de kijkcijfers vinden zo’n anderhalf tot twee miljoen mensen dat een betreurenswaardig feit. Ik niet. Nu is het tamelijk eenvoudig om televisieprogramma’s die je niet aanstaan te vermijden, dus vind ik dat een mens zich maar niet al te druk moet maken over televisieprogramma’s.

Maar.

Voor Maestro maak ik graag een uitzondering. Omdat het niet deugt. Omdat het één van de mooiste uitdrukkingsvormen van het menselijk gevoel reduceert tot een spelletje. Omdat het het hondsmoeilijke, jarenlange toewijding vereisende vak van dirigent degradeert tot jolige stokjeszwaaierij, dat iedere naar aandacht snakkende, maar almaar verder uit de spotlights verdwijnende Bekende Nederlander in een paar weken is aan te leren. (Ik geef toe dat ik die laatste zin nooit recht in het gezicht van deelnemer Remy Bonjasky zal durven uitspreken.)

Ik geloof onmiddellijk dat AVROTROS het programma met de beste bedoelingen maakt. Medewerkers uit de klassieke muziek buitelen over elkaar heen om te verklaren dat met Maestro geprobeerd wordt om een groter publiek te trekken, door de muziek toegankelijker te maken.

Hoe kun je daar nu tegen zijn, elitair amateurstukjesschrijvertje? Welnu, omdat toegankelijk meteen weer wordt verward met laagdrempelig. Klassieke muziek ís niet laagdrempelig. Je krijgt het niet in hapklare brokken in twee minuut veertig, in drie coupletten, een bruggetje en vier refreinen op een presenteerblaadje tussen twee reclameblokken door. Je moet er een beetje moeite voor doen.

Maar klassieke muziek is wél toegankelijk. Echt. Het staat overal op internet. Je kunt er nog steeds volop cd’tjes van kopen (vraag maar aan je ouders wat cd’tjes zijn), het goedkoopste kaartje voor het Concertgebouw, met zestig uiterst talentvolle musici op het podium, kost minder dan dertig euro. Dat is een schijntje als je het vergelijkt met wat mensen bereid zijn neer te tellen voor een met een muziekband meeplaybackende danser annex model of een dj die zijn set van de eerste tot en met de laatste seconde heeft voorgeprogrammeerd. (Waarmee ik niet wil beweren dat een dj-set een walk in the park is, het ontbeert alleen de spontaniteit die cruciaal is voor een liveoptreden.)

Een nobel streven dus, een breder publiek trekken voor de klassieke muziek. Maar als je mensen er écht voor wil interesseren, waarom presenteer je het dan als een rudimentaire vorm van wat het kán zijn? Waarom laat je dan niet het beste van het beste zien?
Als de NOS, of welk decoderkanaal dat tegenwoordig ook doet, mooi voetbal wil laten zien, kopen ze toch ook de rechten van een wedstrijd uit de Camp Nou, in plaats van hun camera’s op te stellen langs een kaalgevroren, winderig veld langs de afrit van de A12, met de vader van de linksback als grensrechter en een rechtsbuiten die pas drie weken geleden begon met voetballen?

Dus kom op, Nederlandse Publieke Omroep, op naar het Concertgebouw, op naar De Doelen. In plaats van Patricia Paay en Waldemar Torenstra, Jaap van Zweden op de bok. Janine Jansen, het Koninklijk Concertgebouworkest. Zend dat eens uit op zondagavond half negen. Het hoeft echt geen Schönberg te zijn. Ik wed dat meer mensen de eerste acht noten van Beethovens Vijfde Symfonie kunnen neuriën dan vijf hits van Bløf kunnen opnoemen. Ze weten alleen niet dat het Beethovens Vijfde Symfonie is.

Als je niet laat zien hoe mooi iets kan zijn, hoe kun je dan verwachten dat mensen het mooi gaan vinden?

Over Dennis Smits 1 Artikel
Dennis Smits (1980) studeerde Nederlandse Taal en Cultuur aan de Universiteit Utrecht. Zijn grootste niet-menselijke vrienden zijn moderne literatuur, klassieke muziek en jazz. En dubbele espresso.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*