Ook onze columnist, kunstenaar Peter Bastiaanssen, keek naar de Amerikaanse verkiezingen. Sindsdien probeert te begrijpen wat er gebeurd is en wat dit zegt over de Westerse wereld en haar waarheid.
Cognitieve dissonantie
Ik zie , ik zie wat jij niet ziet…., en het is wit. Ra ra, wat zie ik?
Tja, dat is niet zo moeilijk. Dat is een boze witte man.
Die boze witte man is een gefrustreerde dombo die denkt met zijn pik en bij gebrek aan een goed stel hersenen, stemt hij met zijn onderbuik op een sterke leider die hem naar de mond praat. Het populisme grijpt de macht.
Eerlijk is eerlijk ook ik was niet blij toen Trump verkozen bleek tot president. Eigenlijk heb ik er nog steeds moeite mee om het in te laten dalen. Hoe kan je nou zoiets als leider willen? In mijn wereld klopt dat gewoonweg niet.
Wanneer er iets niet klopt is er sprake is van cognitieve dissonantie, verschillende ideeën maken dan niet meer een kloppend verhaal en daar worden wij mensen onrustig van, dan zoeken we naar heling en willen we passende verklaringen. Bij gebrek aan een eigen sluitende verklaring zoeken we naar meer informatie. Ik ook. Na de overwinning van Trump ging ik daarom op zoek naar wat de analisten te zeggen hebben.
En de analisten hebben veel te zeggen, maar wanneer je ooit het filmpje van de filosoof Žižek op youtube hebt gezien waar hij uitlegt waarom hij een hekel heeft aan “wise men”, dan worden die analyses nogal goedkoop. Plat gezegd komt het er op neer dat wijsheid altijd wijsheid achteraf is en dat is, zoals we weten, de koe in de kont kijken.
En dat in de kont kijken, dat kunnen ze die analisten met al die doortimmerde achterafkennis. Binnen de kortste keren deelt zowat iedereen min of meer hetzelfde verhaal over populisten, tweedeling binnen onze samenleving, ongeschoolde losers, feitenontkenners en boze witte mannen. De analisten van diverse pluimage blinken uit in elkaar napraten. Zo wordt het fundament en geloofwaardigheid van de analyse, niet meer dan de herhaling van hetzelfde.
Iedereen is boos
Wat mij als toeschouwer van deze eruptie van analyses en commentaren vooral opvalt is dat iedereen boos is. Hier en daar probeert men nog wel iets van neutraliteit te veinzen, maar ook dan druipt de verongelijktheid door.
Blijkbaar zijn niet alleen de witte mannen boos.
We zijn allemaal boos.
Boos moet.
Als je niet boos bent, ben je niet betrokken en als je niet betrokken bent, tja, dan doe je niet echt mee. Dan ben je een slaapkop. Dan heb je niet in de gaten hoe je wordt bespeeld en bedonderd.
Maar waarom zijn we eigenlijk allemaal zo boos?
Het lijkt erop dat de boosheid voortkomt uit een gebrek aan grip op ons leven. Daar worden we bang en boos van. Je hoort het overal: we krijgen steeds minder grip op de wereld en op ons leven. Tenminste, vooral de toekomst lijkt niet meer maakbaar te zijn voor ons en zeker voor onze kinderen. Voor het eerst lijkt het in de toekomst lelijker en slechter te worden voor ons en de onzen. Dat is in ieder geval onze zorg.
De wereld is in transitie en verandert zo vreselijk snel dat we alle grip verliezen. We krijgen geen duidelijkheid meer over onze wereld. We weten niet meer hoe de wereld er straks uit zal komen zien. De informatie hierover is zo overweldigend dat we het overzicht verliezen. Nog nooit is de productie van informatie zo op hol geslagen als nu. Nog nooit was kennis zo divers, zo ongefilterd, zo verwarrend, want hoe kunnen we nog nagaan welke informatie echt van belang is, werkelijk waar is? Welke feiten moeten we hoe gebruiken?
Er lijken alleen nog maar bomen te staan, maar niemand ziet het bos nog…
Feiten kleien
De feiten hebben het nog nooit zo moeilijk gehad. Niet alleen omdat onze technologie de aantallen feiten exponentieel heeft doen laten stijgen, maar ook omdat de sinds de grote eenduidige verhalen gesneuveld zijn, het idee dat ‘De Waarheid niet bestaat’, als enige onomstotelijke waarheid is blijven staan. Vroeger, toen iedereen nog dacht vanuit een gezamenlijke kijk op de wereld, konden de feiten nog probleemloos geduid worden door erkende autoriteiten. De waarheid kon geloofd worden. Alle neuzen stonden dan dezelfde kant op. Niet meer.
Ooit kleide God Eva van Adams rib. Maar God is dood en Nietzsche roept ons op om zelf te gaan kleien. Ieder voor zich en niemand voor ons allen. Lang leve de individuele vrije expressie! Feiten mogen zonder probleem omgekleid worden tot ‘gestoffeerde meningen’. Daar kan je dan jouw leven op jouw manier mee invullen. Dat is vrijheid. Je eigen mening kleien.
Zo raakt de wereld vol met eigenzinnige verhalen gestoffeerd met allerlei zelfgekleide feiten. Als ik zou moeten geloven wat ik de laatste tijd allemaal gelezen of gehoord heb over Hillary of over Donald, dan rest er slechts een conclusie: de bak in. Alle twee. Levenslang.
Het regent feiten, theorieën, complotten die schreeuwen om hun gelijk. De beer is los en die krijgen we niet een twee drie terug in het hok.
De eigen kleine kring
We willen geen feiten, daar kunnen we niks mee, we willen gewoonweg een consistent verhaal. Niet de veel te complexe wereld, maar ons versimpelde wereldbeeld, is onze werkelijkheid. De feiten geven ons geen houvast. Houvast krijgen we pas binnen een consistent verhaal over die feiten en daarin kunnen de feiten sneuvelen, of zich wat verdraaien. Vervolgens gaan we op zoek naar anderen die onze meningen terug echoën. Dat voelt goed, want uiteindelijk blijven we groepsdieren die binnen de eigen groep bevestiging vindt. Waarom ken ik binnen mijn vriendenkring geen Wildersfans? Waarom zijn er geen Salafisten binnen in mijn kennissenkring?
Het verhaal van de boze witte man die fascistoïde denkt en achter een gevaarlijke populistische gek aanloopt; dat is een lekker bekkend verhaal, dat heeft allerlei smeuïge ingrediënten waar je van alles aan kunt koppelen. Waar de volgers ook nog van kunnen griezelen en grinniken. Zo’n verhaal geeft een duidelijk beeld van hoe de wereld in elkaar zit, duidt waar het gevaar zit, laat zien hoe het niet moet. Feiten worden ingezet om het verhaal te stutten, waarbij ‘cherry picking’ niet wordt gemeden.
Ik besef heel goed dat we het zonder verhaal, zonder framing, het niet redden. Onze hersentjes zijn simpelweg te klein, de zintuigen te beperkt om alles meteen in zijn geheel te ervaren. We moeten werken met steeds weer een fractie van de werkelijkheid. Het is niet gek dat we nooit meer dan een fractie van een mogelijke waarheid in handen hebben. Maar juist dat besef zou ons wellicht iets milder naar elkaar moeten doen kijken. Wordt het niet tijd om bruggen te slaan tussen de verschillende werkelijkheden en onze eigen framing, onze eigen werkelijkheid, te zien voor wat die is, namelijk een eigen gekleide constructie van een deel van de werkelijkheid zoals wij die ervaren om zo grip te krijgen op ons leven.
We hebben constructies als handvatten nodig, maar waarom hebben we zo’n moeite om met wat humor te kijken naar zowel onze constructies als die van anderen. Kan het ook zonder boosheid?
Ken je die van die twee boze witte mannen die op de populist gingen stemmen?
Nee?
Die gingen niet…
Geef als eerste een reactie