Politicoloog Yuri van Hoef was actief jongerenlid bij D66 en is als volwassene nog steeds een aanhanger van de partij. Hij heeft altijd op D66 gestemd, echter dit keer gaat zijn stem naar een andere partij. Yuri legt uit waarom.
Er ligt hier nu al een goede week op mijn bureau een envelop met een nog leeg stemformulier. Normaal is het een uitgemaakte zaak waar ik op ga stemmen: van jongs af aan was ik een echte D66-er. Mijn politieke held was Thom de Graaf, toen ik de Nijmeegse Vierdaagse liep ben ik zelfs op het bordes gesprongen om met hem op de foto te kunnen. Ik ben ook een tijdje lokaal actief geweest. En dus wringt het, want ik wil de komende verkiezingen geen D66 stemmen. Waarom? En waar kan ik dan als echte sociaal liberaal terecht?
Het Oekraïne referendum
“Überhaupt denk ik dat heel veel mensen, joh, de helft van Nederland wist niet eens waar het lag, Oekraïne” – Alexander Pechtold in De Klas Kiest (EditieNL)
In 2016 stemde ik overtuigd tegen in het Oekraïnereferendum. Het was een moeilijke keuze: hoewel kritisch, ben ik voor de EU. Maar het referendum ging over het associatieverdrag met Oekraïne, niet over de EU. Ik had gegronde redenen om tegen te stemmen, onder andere: omdat het verdrag onduidelijk was, omdat het niet verstandig is om een verdrag te sluiten met een land in burgeroorlog en omdat het Westen al een tijdje bezig is een conflict met Rusland uit te lokken door zowel de NAVO als de EU steeds meer richting het Oosten uit te breiden. Het gaat er niet om of deze vraag geschikt was voor een volksraadpleging: de vraag was gesteld en verdiende een antwoord. Dat juist D66, als referendumpartij bij uitstek, ervoor kiest om de uitslag te negeren, en dat juist Alexander Pechtold de uitslag van het referendum zo gemakkelijk wegzet, valt me zwaar.
Christenpesten
De afgelopen jaren wordt D66 vaak genoeg “christenpesten” verweten. Aan die definitie valt wel wat af te dingen (het is gemakkelijk scoren vanuit de slachtofferrol), maar niet aan het fenomeen dat veel D66-beleid zich wel erg vaak tegen de belangen van christenen keert. Of het nu gaat om de kerken de toegang tot het basisregister te ontzeggen, het invoeren van de koopzondag, of het willen verwijderen van elke verwijzing naar God in de troonrede: het lijkt wel alsof er een natuurlijk wantrouwen bestaat tegenover alles dat met het christelijk geloof te maken heeft. Een artikel waarin de moord op Els Borst als christelijke aanslag wordt weggezet, werd me door een aantal D66-ers iets te gretig gedeeld1. In 2014 werd het einde van de weigerambtenaar groots gevierd: alsof er een enorme vooruitgang was geboekt. Maar was er wel een probleem?
Volgens de Elsevier[1] niet. Ten tijde van de invoering van de wet was de weigerambtenaar een uitstervend fenomeen: er was geen enkele gemeente in Nederland waar je als homo niet zou kunnen trouwen. Wetten zijn er voor mensen, en niet andersom. In een democratie moeten ook de waardes van minderheden gewaarborgd worden, ook als je sommige van die waardes achterlijk vindt. Als het op christelijke waarden neerkomt, lijkt het wel alsof D66 als een stier op een rode lap afstormt. Er wordt iets te vaak vergeten (dat geldt ook voor vooruitgang in het algemeen), dat we in Nederland al enorme stappen hebben gezet (abortus, homohuwelijk, euthanasie) waar orthodoxe christenen ernstige gewetensbezwaren tegen hebben. Dan komen een aantal van de hier genoemde initiatieven wel erg dicht bij natrappen.
Waar is mijn oude compromispartij?
Als zelfs een kroonjuweel zoals het referendum niet meer heilig is voor D66, wat dan nog wel? Bovenal mis ik mijn oude compromispartij. D66 heeft voor mij altijd iets gehad dat andere partijen missen: de zoektocht naar een compromis, het partijbelang secundair maken aan het landsbelang. Dat kenmerkt voor mij het D66 van Thom de Graaf, Boris Dittrich, Bert Bakker, Roger van Boxtel, Lousewies van der Laan, en Boris van der Ham. Wellicht denken veel D66-ers met afschuw terug aan het Paasakkoord van 2005 (D66 had de regering kunnen laten vallen, en daarmee een verkiezingsoverwinning kunnen pakken), maar voor mij illustreert het juist de kern van D66: wanneer het erop aankomt, is het partijbelang ondergeschikt. Ergens, diep verstopt, moet die gedachte ook achter het negeren van de referendumuitslag zitten, maar juist dat negeren druist zo in tegen het belang dat D66 aan referenda hecht. Twee raadplegende referenda, tweemaal genegeerd. Wie doet er nog een derde keer mee?
Populisme
In 2011 schreef ik een kort historisch overzicht over de eerste populisten voor het jongerenblad van D66, de DEMO. Daarin probeerde ik het punt te maken dat er niet zoveel verschil is tussen de regenten en populisten van nu, versus die van vroeger. Populisme, opkomen voor het volk, hoeft geen scheldwoord te zijn. D66 is zich ook meer en meer populistisch gaan gedragen in de strijd tegen Wilders. Daar heeft de partij profijt bij: als het een strijd om Europa is, komen zowel Wilders als D66 goed uit de verkiezingen. Gaat het om de economie, om links tegen rechts, dan pakken traditioneel links en rechts de stemmen, en loop je kans een monsterkabinet te krijgen.
Pechtold en Wilders zetten zich af tegen elkaar, en hebben elkaar daardoor nodig. Het is niet voor niets dat beiden al meer dan tien jaar de degens met elkaar kruisen in het parlement. Zo maakte ik op een nieuwe ledendag van D66 mee dat een nieuw lid zich voorstelde en trots vertelde lid te zijn geworden omdat Pechtold het zo goed tegen die nare man Wilders doet. De vraag of er wellicht ook andere redenen waren om lid te worden werd snel afgekapt door een bestuurslid: “Maar Wilders is toch ook een ongelooflijke klootzak?”
Wat te stemmen?
Dit voorval illustreert een prachtig dilemma en mijn worsteling wat ik moet stemmen. In hoeverre vereenzelvig je jezelf met de partij waar je deel van uitmaakt? Als kind voelde ik me aangetrokken tot D66, als volwassene leerde ik dat ik een sociaal liberaal in de gedachte van John Rawls ben. Bij D66 voel ik me vaak thuis, maar ik ben het niet altijd met de partijlijn eens. Ik ben allereerst een sociaal liberaal, en daarna pas D66-er. Bij veel partijleden, niet alleen bij D66, komt juist de partij op plaats 1, zelfs al dat tegen persoonlijke diepgewortelde overtuigingen ingaat. Het blinde vertrouwen in de eigen partij komt dan akelig dicht bij geloof.
De manier waarop met het referendum is omgegaan, het christenpesten, de neiging naar populisme in plaats van het compromis te zoeken, zijn redenen om een keer geen D66 te stemmen. Een sociaal liberale proteststem dus. Maar waar kan je dan terecht?
Hier in het kieskompas is het probleem ook te zien. D66 neemt een vrij unieke plek in het politieke spectrum in. Bevind je je sterk links of rechts, dan is het veel gemakkelijker een proteststem uit te brengen. Als tegenstem vanwege het christenpesten, heb ik getwijfeld over Pieter Omtzigt, die indruk op me heeft gemaakt (net zoals Kees Verhoeven) in zijn niet aflatende strijd de onderste steen boven te krijgen van de ramp met MH17. Maar die twijfel werd weggenomen toen het CDA instemde met weer een nieuwe wet die onze privacy in gevaar brengt: D66, Groenlinks, PvdD en de SP stemden daar tegen. Helaas komt er geen duidelijke partij uit als je dat afzet tegen de partijen die poogden de referendumuitslag te handhaven (PVV, CDA, SGP, SP, CU).
Er staan goede mensen op de lijst bij D66, zoals Eelco Keij die zich flink inzet voor Nederlanders in het buitenland. De houding van de Nederlandse regering richting Nederlanders in den vreemde laat zich nog het beste omschrijven als: “Nou, doei!”. Sterker nog, de vraag of Nederlanders in het buitenland op tijd kunnen stemmen laat de politiek kennelijk volledig koud. Pechtold zou geen verkeerde premier zijn. Je kunt veel slechter stemmen. Maar waar kan je terecht met een sociaal liberale proteststem?
Even heb ik aan GeenPeil gedacht. Democratische vernieuwing? Check. Referendum? Check. Maar er zitten teveel haken en ogen aan hun experiment. Onze vertegenwoordigers stemmen zonder last of ruggespraak. Wie waarborgt dat hun stemkastjes (waar we zelf niet op konden stemmen) zich aan de zelfverzonnen regels houden zodra ze verkozen zijn? Op plaats 2 staat iemand die het eerst bij de VVD probeerde, vervolgens bij een lokale partij, en nu bij GeenPeil. Geef je zo iemand een derde kans?
Thierry Baudet is me te fotogeniek.
Dan is er dus eigenlijk niet zo gek veel te kiezen. Een flink aantal splinterpartijen waarvan er slechts een paar (hopelijk) de eindstreep gaan halen. Waaronder een aantal oude bekenden die al een aardige tijd proberen in het parlement te komen, maar zichzelf maar niet van de grond krijgen. Het lijkt erop dat de Piratenpartij voor het eerst een zetel gaat halen, misschien zelfs twee. Hoewel ze me net nog wat te links zijn (de jonge idealisten!), hebben ze het hart op de goede plaats als het aankomt op democratische vernieuwing, en de rol van technologie in de eenentwintigste eeuw. Een nuttige luis in de pels voor de gevestigde partijen die hier nog wel wat van kunnen leren. Wellicht verschijnen ze dan bij de volgende verkiezingen dichtbij D66 op het kieskompas; iets om de sociaal liberalen extra scherp te houden.
Het enige alternatief is dus een proteststem op de piraten. Arrrr.
Noten
[1] Het artikel staat niet meer op internet, maar er wordt hier nog naar verwezen
Interessante punten. Ik heb, sinds ik letterlijk op mijn 18e verjaardag voor het eerst mocht stemmen, elke keer (na een zorgvuldige afweging) D66 gestemd. Voor mij is het referendum altijd een probleem geweest, mijn grootste probleem met D66: de waan van de dag hoort niet belangrijke beslissingen te bepalen. Ook het huidige populisme staat me niet erg aan. Je andere bezwaren deel ik niet zo, en de partij zou wat mij betreft ook wel wat republikeinser (als in: niet-monarchistisch) mogen zijn; Nederland deed het voor de monarchie best aardig als republiek, waardoor ons koningshuis een soort Neuschwanstein is (het in de 19e eeuw gebouwde Disney-kasteel, kortom). Maar ik dwaal af.
In de stemwijzer kom ik een stuk rechtser uit dan D66 — maar wel even progressief. En uiteindelijk trek ik dan toch weer naar D66, in plaats van een proteststem. Eelco Keij was daarbij, als expat, een goede keuze — en ja, ik heb dus ook al gestemd 😉 De Piratenpartij vind ik wat onvolwassen, maar toch wel sympathiek. Geen slecht alternatief.
Maar waar kun je dan terecht als “klassieke” liberaal? Te rechts voor links, en te progressief voor rechts. Een gat in de markt.