Anti Hero, door Simon Ingram, via Flickr.
Anti Hero, door Simon Ingram, via Flickr.

Zijn er nog helden onder ons? Deel 2: Moderne helden

Roel Weerheijm bekijkt helden, hun glorie, hun herkomst en hun toekomst. In dit tweede deel van deze drieluik, een reflectie op de moderne held. 

Vanaf de Verlichting lijkt het heldendom, zowel in de bovenmenselijke fysieke kracht als in de morele superioriteit, steeds minder een rol te spelen in de literatuur. Eerder, in de Renaissance, is de interesse in de klassieke oudheid, en ook met hun heldencultus, langzaam tot een obsessie uitgegroeid. Een van Nederlands belangrijkste en bekendste toneelstukken uit die tijd, Joost vanden Vondels ‘Gysbreght van Aemstel’ (1638), werpt een interessant licht op de held. Is Gysbreght een held, bijvoorbeeld omdat hij de juiste karaktereigenschappen laat zien als legeraanvoerder, of omdat hij de moreel juiste beslissing neemt om Amsterdam te verlaten na tussenkomst van een engel? Gysbreght is bovenal een mens. En als hem al een heldenstatus kan worden toegedicht, is hij een uitzondering geworden: de held is een historisch fenomeen, via de herontdekte Romeinse en oud-Griekse literatuur en mythologie. In de tragedies van de Renaissance, zelfs de adopties van tragedies uit de oudheid, stelden menselijke kwaliteiten steeds meer centraal.

Ook in de negentiende en twintigste eeuw gaat literatuur nauwelijks nog over heldendom. Heldhaftige fenomenen als de Übermensch van Nietzsche, komen meestal voort uit hernieuwde interesse in het verleden. Het modernisme, dat zichzelf in die jaren aankondigt, vraagt weliswaar om spierballentaal, het is juist de antiheld die steeds vaker en steeds nadrukkelijker zijn opwachting in verhalen die juist de zwakkere kanten van de mens psychologiseren: luiheid, lethargie, besluiteloosheid, apathie. Nietzsche’s Übermensch staat in een tijd waarin de naturalistische roman in zwang was. En is er in de negentiende of twintigste eeuw al een held te bekennen in een boek, dan is het vaak een historische figuur en blijkt het boek vaak een humanistische benadering van de held, zoals te lezen is in ‘De mythe van Sisyphus’ (1942) van Albert Camus, of ‘De wet’ (1944) van Thomas Mann.

De idool als held?

De vermenselijking van de held staat in contrast met de held zoals die voor de Verlichting werd beschreven. In zowel de klassieke oudheid als de Middeleeuwen was sprake van een sterke invloed van God, of de (klassieke) goden, op leven, daden en moraliteit van helden. De held van tijdens en na de Verlichting vinden we steeds vaker buiten de literatuur en de fictieve verhalen en staat voornamelijk in verband met oorlog, onderdrukking en/of emancipatie.

De Verlichting zette een proces van geleidelijke en uiteindelijk diepgaande secularisering van de samenleving in werking, zodat de samenleving vanaf de negentiende eeuw grotendeels geseculariseerd is. Ook helden zijn daardoor in alle opzichten veel menselijker, omdat de voorheen innige relatie tussen mythologie/religie en de held om een andere invulling vroeg. Ter illustratie: de laatste decennia zien we de eigentijdse variant van de menselijke held: de ‘mediaheld’. Hoe meer onze samenleving via media en audiovisuele kanalen van informatie wordt voorzien, hoe meer helden zich juist in dat domein kunnen profileren, zodat helden vrijwel samenvallen met idolen: voetballers, popsterren en acteurs nemen de plek in als rolmodel voor ‘gewone mensen’. Tegelijkertijd schuwen we de term ‘held’ voor deze beroemde mensen. Wat is er, behalve ‘knap’ of bewonderenswaardig vakmanschap, heldhaftig aan goed kunnen voetballen? Of aan het maken van een goede film of cd? Zelfs als de rol van een musicus of acteur verder gaat dan zijn of haar beroep – denk aan de emanciperende rol die sommige Afro-Amerikaanse muzieksterren hebben gespeeld in de op blanke mensen ingerichte samenleving – staat de heldenstatus allerminst buiten kijf: er gaat niet alleen veel aandacht en toewijding naar het opbouwen van een carrière als beroemdheid en naar het ophemelen van de idool, maar er gaat net zoveel aandacht naar het neerhalen van idolen, roddel en achterklap, het onthullen van schandalen en duistere kanten van beroemdheden.

Moderne ‘klassieke’ helden

Ondanks hierboven beschreven ontwikkelingen bestaat ‘klassiek’ heldendom ook in de twintigste eeuw. Zonder nadenken kunnen we al een handvol mensen opnoemen die in de negentiende en twintigste eeuw moeiteloos voor ‘held’ kunnen doorgaan: Florence Nightingale, Mahatma Gandhi, Martin Luther King, Moeder Theresa en Nelson Mandela (van tijdens en vooral na zijn gevangenschap). Wereldwijd bekende, bewonderde mensen, overal boven kritiek verheven, die vrede, dialoog en medemenselijkheid verkozen boven oorlog en geweld.

Ook hun heldenstatus komt voort uit het verhaal: hun geschiedenis die hen in een bepaalde omstandigheid tot held heeft doen uitgroeien. Wat hen bindt, is een combinatie van karakter en handelingen die dicht bij de klassieke eigenschappen van de held ligt: doortastend, dapper, zal nooit buigen of opgeven, neemt zijn eigen beslissingen, heeft een goed verstand dat kracht controleert en stuurt. Niet zelden gaat het bij deze helden om mensen die in een underdogpositie verkeren en van daaruit van grote humanistische waarde zijn voor hun naasten, hun achterban en uiteindelijk indirect voor de wereldgeschiedenis.

Terzijde: opvallend is dat dezelfde heldhaftige eigenschappen vaak ook werden, en worden toegekend aan dictators en tirannen. Zoals dat met antieke helden zoals Alexander de Grote al het geval was, is ook de moderne heldenstatus soms door politieke omstandigheden gekleurd. Vele dictators uit de twintigste eeuw kenden een heldenstatus die zij zelf, of die hun achterban heeft gefabriceerd – niet zelden met aangedikte of verzonnen verhalen om de heldenstatus te onderbouwen.

Algemeen is zichtbaar dat de held uit de oudheid vanaf de Verlichting niet alleen plaats heeft gemaakt voor een held van menselijke proporties, maar dat die held daadwerkelijk een mens ís. Behoudens sommige helden wier status buiten kijf staat, bevinden veel andere heldenverhalen zich in een schemergebied.

Was Rosa Parks een held? Ongetwijfeld is zij dat voor veel Afro-Amerikaanse mensen en wereldwijd voor iedereen die voor gelijkwaardigheid en emancipatie strijdt. Toch aarzel ik om haar naam aan het lijstje toe te voegen: haar beslissing om niet op te staan van de voor blanken bestemde stoel in de bus stond niet op zichzelf. Er waren nog honderden, duizenden mensen zoals zij. Haar verhaal werd de druppel die de racistische emmer deed overlopen. Ze werd een bescheiden icoon van een veel groter verhaal waarin Martin Luther King een centrale rol zou krijgen. Hetzelfde lot is de anonieme Chinese man beschoren die in 1989 op het Plein van de Hemelse Vrede voor een tank ging staan. Ook hij was onderdeel van een veel groter verhaal in een land waar nog duizenden andere activisten tegen de dictatoriale overheid streden.

De Sovjetgeneraal Zjoekov heeft hoogstpersoonlijk de militaire hoofdrol gespeeld in de Tweede Wereldoorlog door bijna eigenhandig de Duitsers van Stalingrad terug te dringen naar Berlijn. Als er geen westerse legers waren geweest, was hij waarschijnlijk naar de Atlantische Oceaan doorgelopen. Toch kreeg hij na afloop van de oorlog weinig officiële waardering voor zijn werk en werd hij weg gedegradeerd, wat veel later maar deels werd goedgemaakt. Ook bij de westerse overwinnaars was weinig erkenning voor Zjoekovs werk. Is hij een held?

In diezelfde oorlog zat de Poolse frater Maximilian Maria Kolbe gevangen in Auschwitz, waar hij werd gemarteld en gegeseld. Bij een vergeldingsactie van de Duitsers op kampgevangenen liet hij zich, in de plaats van een ander, met nog negen mensen doodhongeren. Twee weken later waren de negen medegevangenen overleden en was Kolbe, de sereniteit zelf, nog onophoudelijk aan het bidden in zijn cel. Toen de Duitsers hem een dodelijke injectie met carbolzuur wilden geven, stak hij zonder protest zijn arm uit en liet hij zich injecteren. Op de viering van de Maria Tenhemelopneming werd zijn lichaam gecremeerd.

Voor de Rooms-katholieke kerk is Kolbe zonder meer een held. En vermoedelijk zullen ook velen van buiten de kerk op z’n minst onder de indruk zijn van zijn houding en zijn koelbloedigheid. Maar waarom is zijn verhaal niet bekender? Omstreden kan hij niet zijn, maar zijn naam en verhaal blijven obscuur.

Misschien komt Stanislav Petrov het dichtst in de buurt van de heldenstatus. In 1983 was hij een Sovjetmilitair die alleen tot taak had om zijn meerderen te informeren als er kernraketten in het Sovjet-luchtruim kwamen. Deed hij dit, dan werden er subiet kernraketten naar de VS geschoten. Toen Petrov echter het signaal ontving dat er vijf kernraketten van de VS naar de Sovjetunie werden geschoten, betwijfelde hij of het wel klopte. Er waren geen aanwijzingen, de spanningen waren niet verder opgelopen. Het moest een fout zijn. Petrov ging tegen zijn orders in en deed niets. Achteraf bleek het signaal inderdaad niet te kloppen: het was de weerkaatsing van zonlicht op een satelliet die hij op zijn scherm zag. Petrov heeft door niets te doen de Derde Wereldoorlog voorkomen.

Wellicht waren deze mensen pas een held geworden als een getalenteerd schrijver hun verhaal centraal had gesteld in een door mythologische elementen beïnvloede vertelling over de strijd van onderdrukte mensen tegenover onderdrukkende mensen? Een essentieel element lijkt te zijn dat ook een echt heldenverhaal een zeer goede en toegewijde pleitbezorger nodig heeft om tot heldenverhaal uit te groeien.

Alexander Supertramp, een eigentijdse held?

Er is na het heldendom van de negentiende en twintigste eeuw een nieuw, uitzonderlijk verhaal opgedoken, eerst in een krant, later als journalistiek boek, vervolgens als film: dat van Christopher McCandless. McCandless, alias Alexander Supertramp, lijkt een nieuw soort held te zijn, geen ‘postmoderne’ held of mediaheld maar eerder iemand die zich door een heel primair Romanticisme liet leiden: escapisme, liefde voor de natuur, hartgrondige afkeer van de samenleving, andere mensen, geld en corruptie. Hij las het werk van onder anderen Walden en Thoreau, canonieke Romantici die het leven in de natuur idoleerden, en heeft bewust of onbewust het besluit genomen zijn leven naar die idealen in te richten door zijn geld weg te geven, al zijn bank- en andere passen te vernietigen en onvindbaar te worden tijdens een twee jaar durende trektocht door het westen en noordwesten van Noord-Amerika.

Waarom wordt Alexander Supertramp als een held beschouwd? Hij heeft geen enkele grote daad verricht en zich voor niemand bijzonder ingezet. Het lijkt er eerder op dat hij zijn verantwoordelijkheden ontliep om een ogenschijnlijk gemakkelijk leven te leiden, of in elk geval een leven dat zo min mogelijk verantwoordelijkheden kent. Zijn beslissing oogt egocentrisch en moet ronduit beangstigend zijn geweest voor zijn naasten. Zijn gebrek aan adequate voorbereiding, soms tot op het bespottelijke af, geven zijn zwerftocht iets kinderachtigs. De twee jaar die zijn ‘grote avontuur’ heeft geduurd, vanaf het moment van vertrek uit zijn studentenkamer in Atlanta tot zijn dood in Alaska, voelen als een grote vlucht vooruit die hij alleen maar kon volhouden door nog verder vooruit te vluchten.

Tóch is er sprake van een heldenstatus rond Alexander Supertramp. Jon Krakauer schreef er vaak over en culmineerde zijn fascinatie in het boek Into the wild. Zijn werk trok de aandacht van meer gefascineerde documentairemakers, recensenten en journalisten, en van verbijsterde, geïrriteerde inwoners van Alaska, die in elk geval zijn laatste vier geïsoleerde maanden in de bus in Alaska bestempelden als een langzame zelfmoord. Vrijwel alle reacties op zijn leven en werk, en op Krakauers journalistieke werk, zijn extreem, of ze nu positief, geïrriteerd, verbaasd, jaloers of negatief zijn. Dit verhaal is duidelijk meer dan dat van een weggelopen, avontuurzieke adolescent.

Een deel van de verklaring is zijn volkomen normale jeugd en opvoeding in de upper middle class. Man met baan, vrouw met baan, zoon, dochter, geld, status, een mooi huis in de suburbs van Washington D.C.: het lijkt het ideale plaatje. Maar dan blijkt dat de man vóór dit huwelijk een ander huwelijk had, met een aantal kinderen die hij nadien weigerde te erkennen, en dan blijkt dat de moeder van McCandless nog niet met hun vader getrouwd was toen hij en zijn zus werden geboren, en dan blijkt dat het huwelijk buitengewoon slecht is, met dagelijkse geweldsuitbarstingen, en dat de ouders eigenlijk al lang willen scheiden maar dat vanwege hun status niet zullen doorzetten, en dat er achter hun uiterlijk vertoon in de suburbs vooral leegte zit. En daaruit volgt een ander deel van de verklaring: McCandless was een hyperintelligente, belezen, zeer gevoelige jonge man met zeer stringente ideeën en opvattingen. Een jonge man die buitengewone cijfers haalde op zijn universiteit, maar die zijn ideeën nergens kwijt kon, omdat de samenleving altijd uit compromissen bestaat. McCandless’ verhaal is uiterlijk vooral een verhaal van het ongemak met, en onbehagen van een ‘normaal’ bestaan, van de hedendaagse, materieel ingestelde samenleving. En het is het verhaal van de drang om absoluut avontuur en absolute schoonheid te zoeken, om als mens te groeien, zo sterk mogelijk te worden. Niet voor niets zag hij zijn laatste maanden in Alaska als “the climactic battle to kill the false being within”, zoals hij zelf in een statement opschreef.

Zijn beslissing om in elk geval voor zichzelf compromisloos het ideaal na te streven komt heel dicht bij de dagelijkse dromen die miljoenen mensen hebben en die vrijwel niemand durft uit te voeren. Hij belichaamt het eigentijdse escapisme. Het is een verhaal dat ons nog net op tijd met beide benen terug op de grond zet omdat het zo triest afloopt, maar dat ons op veel manieren en op veel niveaus geeft waar we naar verlangen. Alexander Supertramp was zeer politiek ingesteld, getuige de vakken die hij tijdens zijn studie volgde, maar zijn handelingen lijken niet primair uit zijn politieke visies voort te komen. Toch is er een duidelijk verband met andere twintigste-eeuwse helden die politieker is dan hij lijkt. Want ook Alexander Supertramp kiest ervoor het lot in eigen hand te nemen, tegen de intuïtie, het bevel of de status quo in te gaan om zijn vrijheid te vergroten. Het zijn de beslissingen en de handelingen waarmee Alexander Supertramp zichzelf (her)formuleert en voor de postmoderne samenleving plaatst als een eigen entiteit die daarvan los wil komen, en dat maakt hem een held.

 

Deel 1 kun je hier lezen.

Deel 3 kun je hier lezen.

Over Roel Weerheijm 24 Artikelen
Roel Weerheijm (°1983) is Neerlandicus. Hij was redacteur van literair tijdschrift Kluger Hans en Meander en publiceert gedichten in o.a. Gierik-NVT, Tortuca, Extaze, Deus ex Machina en diverse bloemlezingen. Hij droeg zijn gedichten voor op diverse podia en poëziefestivals, waaronder Dichters in de Prinsentuin en Noorderzon. Daarnaast schrijft hij recensies en interviews voor Tzum, Awater, Ons Erfdeel en de Poëziekrant. Een dichtbundel en meerdere romans zijn in de maak.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*