Studentenprotest Malieveld Den Haag (2011), door FaceMePLS, via Flickr.
Studentenprotest Malieveld Den Haag (2011), door FaceMePLS, via Flickr.

Hoe onze politieke partijen (niet) omgaan met cost disease

Economisme of niet, cost disease is een probleem dat gaat over 70% van onze overheidsuitgaven en 77% van onze overheidsinkomsten kunnen we onmogelijk negeren. Zodoende heeft Stefan de Bruijn voor ons de plannen voor de zorg en het onderwijs van de verscheidene partijen met elkaar vergeleken.

Dat is waar we het over hebben bij het probleem cost disease, waar ik in mijn vorige artikel uitgebreid over schreef. Cost disease in de zorg is het resultaat van bureaucratie, vergrijzing, salarisstijging van medisch specialisten, duurdere medicijnen en een toegenomen zorgvraag. In het onderwijs is cost disease het resultaat van steeds meer aandacht voor het individu (en minder klassikale lessen), toegenomen bureaucratie en de focus op slagingspercentages, subsidies en meetwaarden. Tot slot is ook gekeken naar ons belastingstelsel, waarbij 77% van onze huidige inkomsten (al dan niet indirect) voortkomen uit arbeid.

Morgen hebben we weer onze 4-jaarlijkse ALV met ons kabinet – dus wat worden de plannen? En hoe zullen de uitgaven en de inkomsten in de toekomst gaan evolueren? Bij het evalueren van de plannen van de politieke partijen heb ik geprobeerd om de consequenties op de korte en de lange termijn te voorspellen.

Uitgaven

Het CDA wil in de zorg een verbod op winstuitkering (voor verzekeraars, zorginstellingen en ziekenhuizen) en wil de hoeveelheid bureaucratie gaan verkleinen. Op korte termijn zal dit helpen, op lange termijn lost het de problemen niet op. Voor wat betreft het onderwijs, lijkt het CDA de kwaliteit en kosten helemaal niet als een probleem te zien.

De ChristenUnie onderkennen de financiële problemen in de zorg en stellen voor dit verder te decentraliseren. Omgekeerd willen ze meer solidariteit, de kosten collectief delen en daarmee impliciet dus de zorg duurder maken. Wat in deze argumentatie helaas wordt vergeten is dat zorg niet goedkoper wordt als het proces niet wordt aangepast (de zorgvraag, vergrijzing, salarissen en kosten voor medicijnen blijven immers gelijk). Decentralisatie zal dus in het beste geval de kosten in de huidige trend laten oplopen. Als we kijken naar het onderwijs, wil de ChristenUnie vooral méér investeren. Het plan is daarnaast om meer vertrouwen te geven aan docenten en minder te gaan toetsen. Maatwerk voor het kind wordt gezien als een goed plan. In het hoger onderwijs willen de partij vooral de huidige lijn doortrekken. Samenvattend verwacht ik met dit beleid dat de kosten voor het middelbaar onderwijs sterk zullen toenemen, waarbij de kwaliteit hier zal verbeteren. Daarnaast zullen de kwaliteit en kosten van het hogere onderwijs, conform de huidige trend, langzaam problematischer zullen gaan worden.

De PvdD hebben een vergelijkbaar plan als de ChristenUnie voor de gezondheidszorg. In het middelbaar onderwijs willen de PvdD liever kleinere klassen met meer maatwerk voor de leerlingen. Analoog aan de ideeën van de ChristenUnie willen ze ook meer verantwoordelijkheid leggen bij de docenten. Grosso modo verwacht ik daarom vergelijkbare resultaten als bij de ChristenUnie.

D66 wil mensen bewuster maken van de kosten van de zorg en het systeem verder laten zoals het is. Ik denk dat ik niet hoef toe te lichten waarom de kosten zullen stijgen met dit beleid. De D66 heeft daarnaast veel plannen met het onderwijs. Enerzijds willen ze hard in de bureaucratie snijden en anderzijds meer aan docenten overlaten. Binnen het plan willen ze meer maatwerk voor het kind stimuleren. Kijken we naar de kosten, dan zal snijden in de bureaucratie betekenen dat ook in de kosten wordt gesneden. Deze verbetering zal echter teniet worden gedaan door de vraag om meer maatwerk, waardoor de kosten weer zullen stijgen. Op korte termijn verwacht ik daarom een toename van de kwaliteit van het systeem met ongeveer gelijkblijvende kosten. Op lange termijn zullen de kosten oplopen.

GroenLinks en de PvdA zien het probleem in de zorg meer als een machtsprobleem dan als een financieel probleem. Zij willen goedkope zorg voor iedereen; de kosten zijn irrelevant. Het enige logische gevolg is dat de kosten voor de overheid enorm zullen stijgen en het probleem vergroot wordt. Beide partijen willen daarnaast ook meer investeren in het onderwijs, zonder fundamentele wijzigingen in het proces. Ik verwacht daarom ook hier hogere salarissen en daardoor simpelweg een toename in de kosten over de jaren.

De PVV wil het eigen risico in de zorg afschaffen. Dit betekent dat de zorgkosten zullen worden verlegd van de burgers naar de staatsbegroting. Voor het probleem hier heeft dit geen enkel significant effect (dit scheelt slechts 1,9% in onze staatsbegroting, wat een klein percentage is in de context van dit probleem). Over onderwijs lijkt de PVV geen uitgesproken mening te hebben.

De SGP en 50Plus kijken naar een klein deel van het probleem. Bureaucratie is inderdaad een grote ergernis in de zorg, maar zonder te kijken naar de kosten van medicijnen, salarissen, investeerders en vergrijzing, zullen de totale zorgkosten op lange termijn alleen maar toenemen. In het onderwijs willen beide partijen minder bureaucratie, maar onder de streep wel meer investeren. De kosten zullen hier toenemen.

De SP wil een groter deel van het probleem aanpakken, door het van alle kanten tegelijk aan te vallen. Patenten op medicijnen willen ze inperken en winst bij investeerders en zorgverzekeraars willen ze beperken. Daarnaast willen ze de bureaucratie in de zorg beperken door meer te handelen op basis van vertrouwen. Bovendien willen ze ook de inkomstenkant van de zorg aanpassen, door veelverdieners hoger te belasten. Ongeacht wat je inhoudelijk kan vinden van deze plannen, valt het niet te ontkennen dat dit partijprogramma de kern van het probleem vanuit meerdere hoeken probeert aan te pakken. Zowel op de korte als de lange termijn lijkt dit plan daarom een mogelijke oplossing voor cost disease. Kijken we verder naar onderwijs, wil de SP liever middelbaar onderwijs in kleinere klassen, met meer maatwerk voor de leerlingen. Analoog aan de ideeën van de ChristenUnie willen ze meer verantwoordelijkheid leggen bij de docenten. Hierin willen ze echter een stap verder gaan, door de salarissen van de docenten via een landelijke CAO te reguleren. Het is lastig om te voorspellen wat hiervan precies de consequenties gaan zijn, omdat indirect hiermee op zowel lagere kosten als een efficiënte tijdsbesteding wordt gestuurd. Ik verwacht op de korte termijn een verbetering van de kwaliteit met gelijkblijvende kosten en op de lange termijn een lichtere kostenstijging dan we nu ervaren.

De Vrijzinnige Partij heeft in de zorg plannen die vergelijkbaar zijn met de plannen van de SP en daarmee de kern van het probleem raken. Als we kijken naar het onderwijs, lijken de plannen sterk op de plannen van de ChristenUnie. De kosten zullen hier gaan toenemen.

Ook De Burger Beweging wil net als de SP een nationaal zorgfonds oprichten. Daarnaast wil De Burger Beweging de salarissen in de gezondheidszorg beperken tot de Balkenendenorm, medisch specialisten in dienst nemen van het ziekenhuis en de (kosten) effecten van octrooien bij medicijnen beperken. In aanvulling hierop, moet de focus daarnaast zijn op preventie, waardoor de (dure) zorgvraag zal gaan afnemen. Zowel op de korte als de lange termijn lijkt dit plan daarom een mogelijke oplossing voor de groei in zorgkosten. Als we daarnaast kijken naar het onderwijs, lijken de plannen van de partij veel op de plannen van de ChristenUnie. Hier zullen de kosten toenemen.

Ook FvD hebben plannen die lijken op de plannen van de SP en daarmee ook de kern van het probleem raken. Als we kijken naar onderwijs, wil FvD de leerkrachten meer autonomie geven, meer maatwerk voor leerlingen en meer investeren in het onderwijs. Hier zullen de kosten toenemen.

De VVD wil op de huidige voet verder in de zorg en stevent daarmee af op volledige privatisering. Hiermee wordt het probleem verlegd van de overheid naar de burger. De consequentie hiervan is simpelweg dat zorg steeds meer een luxeproduct wordt, wat niet meer beschikbaar is voor iedereen. De VVD is daarnaast voor “passend onderwijs”, waarvan ze de kwaliteit streng willen gaan controleren. Deze ideeën zijn onderliggend aan de huidige bureaucratische problemen, waardoor de kosten oplopen en ultimo de kwaliteit van ons onderwijs erodeert.

VNL gaat hierin nog een stapje verder en wil dit proces van privatisering van de zorg zelfs faciliteren. Kijken we echter naar het onderwijs, dan heeft VNL een vergelijkbaar programma als de ChristenUnie.

Inkomsten

Als reactie op een confrontatie met de oplopende kosten van zorg en onderwijs, zeggen een aantal van deze partijen dat ze hun programma hebben laten doorrekenen en zijn gekomen met een sluitende begroting. Dit is een punt dat ik in mijn vorige artikel beschreef: als de politieke partijen zorgen dat de inkomsten proportioneel stijgen met de uitgaven, is er helemaal geen probleem meer. Als deze inkomstenbron echter van tijdelijke aard is of niet voldoende meegroeit met onze welvaartsgroei, zullen op de lange termijn de kosten van onderwijs en zorg oplopen van 40% naar 50% en zal onze verzorgingsstaat onbetaalbaar worden.

Met dit in het achterhoofd, heb ik gezocht in de partijprogramma’s naar nieuwe inkomstenbronnen. Daarbij heb ik specifiek gezocht naar inkomstenmodellen die de potentie hebben om mee te groeien met onze welvaart, zodat onze verzorgingsstaat ook in de toekomst betaalbaar blijft.

De Partij van de Dieren heeft in haar plan om de BTW langzaam te gaan vervangen voor een Bruto Onttrokken Waarde (BOW). Het idee hiervan is om meer of minder belasting te gaan heffen op een product, afhankelijk van de milieubelasting. Verder lijkt dit systeem vergelijkbaar te werken als de BTW. Om die reden verwacht ik dat deze wijziging vrijwel geen consequenties zal hebben.

Groen Links wil rekeningrijden gaan invoeren. Met de tarieven die ze voor ogen hebben, willen ze vooral mensen die veel kilometers maken of in de spits rijden voor ongeveer 800 tot 1200 euro per jaar gaan belasten. De inkomsten uit rekeningrijden zullen echter maar beperkt meegroeien met onze welvaart, waardoor ook dit geen structurele oplossing gaat bieden.

De SP pakt een groter deel van het probleem aan door een progressiever belastingbeleid te hanteren en door meer winstbelasting. Dit betekent dat welvaart en vermogen (vooral ook van grote bedrijven) zwaarder belast zullen worden. Dit plan zou daardoor een mogelijke oplossing kunnen vormen voor het probleem.

Het plan van De Burger Beweging gaat het verst. Zij stellen voor om het belastingsysteem aan te passen naar een belasting per transactie en te stoppen met alle ander vormen van belasting heffen. Dit is een interessante gedachte: transacties van geld vormen de basis van onze welvaart. Relateren we dit aan de kosten voor de gezondheidszorg, zal dit systeem meegroeien met hogere salarissen, omdat salarissen uitbetalen een transactie is. Daarnaast groeit het systeem mee met de vergrijzing, omdat ook oude mensen geld uitgeven. En tot slot groeit het systeem mee met een hogere zorgvraag, omdat een hogere zorgvraag voortkomt uit meer welvaart. Daarmee vormt dit plan een potentiële oplossing voor het probleem van cost disease!

Bij de overige politieke partijen heb ik geen nieuwe inkomstenmodellen gevonden in de verkiezingsprogramma’s.

Samenvattend

Als we kijken naar de zorg, kunnen we concluderen dat de plannen van de SP, Vrijzinnige Partij, De Burger Beweging en FvD de beste plannen zijn.

Kijken we naar het onderwijs, komt geen van de partijen met duurzame oplossingen. Een eerste stap voorwaarts in het onderwijs is wellicht om in de bureaucratie te snijden en de autonomie van (en het vertrouwen in) leerkrachten te vergroten. Vanuit dit oogpunt zijn de keuzes voor de ChristenUnie, D66, SP, PvdA, GroenLinks, FvD, de Vrijzinnige Partij en de Burger Beweging waarschijnlijk het meest zinnig.

Om de begroting sluitend te maken op de langere termijn zullen ook de inkomsten mee moeten groeien. De Burger Beweging komt hier met de meest verstrekkende oplossingsrichting, gevolgd door de SP.

Over Stefan de Bruijn 8 Artikelen
Stefan de Bruijn (1981) ontwikkelde al op jonge leeftijd een interesse voor techniek, politiek en duurzaamheid. Hij studeerde Informatica en Psychologie. Van 2004 tot 2012 maakte Stefan carrière van junior automatiseringsdeskundige tot CTO. In 2012 besloot Stefan zijn eigen hightech informatica bedrijf op te zetten.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*