Foto: Prime Minister Narendra Modi pays tributes to Veer Savarkar, van Narendra Modi, via Flickr.com.

Inclusief tegenover exclusief nationalisme

Hoewel nationalisme in zichzelf een exclusieve eigenschap lijkt te hebben, hoeft dat niet altijd tot de negatieve associatie te leiden van superioriteit ten opzichte van ‘de ander’, volgens de Indiase denker Thanwardas Lilaram Vaswani (1879–1966).

Spanningen omtrent loyaliteit en liefde voor het land zijn de afgelopen jaren enorm opgelopen in India. Religie, etniciteit en taal lijken de boosdoeners te zijn en als element te worden gebruikt voor het definiëren van ‘de (goede) Indiër’. In dit artikel zal ik ingaan op de visies van twee Indiase denkers ten tijde van Britse overheersing ten aanzien van het fenomeen ‘nationalisme’.

De twee visies die besproken zullen worden, zijn van tijdsgenoten Vinayak Damodar Saavarkar (1883–1966) en Sadhu Thanwardas Lilaram Vaswani (18791966), waarbij de eerstgenoemde een controversiële figuur is met zijn gedachtegoed omtrent ‘hindoe-nationalisme’ en zijn ideeën tot op de dag van vandaag nog invloed hebben in de Indiase politiek en maatschappij. Waar Saavarkars nationalisme een exclusief karakter heeft, laat het nationalisme van Vaswani zien dat nationalisme als fenomeen niet per se geassocieerd hoeft te worden met geweld, noch tot een associatie hoeft te leiden van superioriteit ten opzichte van ‘de ander’.

Saavarkars exclusieve nationalisme

Vinayak Damodar Saavarkar (1883–1966) was een dichter, politiek filosoof en wordt beschouwd als grondlegger van het ‘hindoe-nationalisme’. In tegenstelling tot Vaswani werd en wordt Saavarkar beschouwd als een controversieel figuur ten tijde van de Britse overheersing in India en de post-onafhankelijkheidsperiode van India. Saavarkar werd bijvoorbeeld in verband gebracht met de moord op Mahatma Gandhi (18691948). Een gebrek aan bewijs leidde ertoe dat Saavarkar echter nooit vervolg zou worden.

Saavarkars concept van ‘hindoe-nationalisme’ heeft tot op de dag van vandaag invloed in de Indiase politiek en maatschappij. Die invloed is met name terug te zien in de gedachtegoed bij terreurgroepen die zichzelf als ‘hindoeïstisch-nationalistisch’ beschouwen en direct of indirect Saavarkar als ideoloog hebben omarmd.[1] Daarbij staat de Bharatiya Janata Party (BJP), de politieke partij die momenteel aan de macht is in India onder leiding van minister-president Narendra Modi, ook zeer positief tegenover Saavarkar.[2]

Saavarkar was niet altijd een nationalist met een exclusief gedachtegoed. Volgens academicus Amalendu Misra (Lancaster University) kwam dit pas in een latere fase van zijn leven:

“Savarkar developed this attitude at a much later stage in his career, in the 1930s, when Muslim demand for a separate polity gained momentum. For example, while Savarkar’s early works concerned strategies to overthrow British colonialism in India, he afterwards applied the same argument against the Muslims. At the beginning of his revolutionary political career Savarkar argued that the first wave of organised nationalists intent upon eliminating British colonialism were from both Hindu and Muslim background. These nationalists not only forged a common coalition but were united by a shared vision. Savarkar’s comrades-in-arms in his own formative combat against British colonialism were Christians, Hindus, Muslims, Parsis and Sikhs.”[3]

Tussen 1937 en 1944 was Saavarkar de leider van de exclusieve politieke beweging, de Hindu Mahaasabhaa (‘Grote Hindoe Raad’). Een interessant detail is dat hij zichzelf beschouwde als ‘hindoe-atheïst’. De lezer zal in eerste instantie denken dat hier sprake is van een contradictie, maar om dit te kunnen begrijpen, moeten we kijken naar Saavarkars filosofie van ‘hindoeheid’ (hindutva) in zijn bekende werk ‘Hindutva’: Who is a Hindu (1923)? In dit boek maakt Saavarkar een onderscheid tussen hindoeïsme als religie en hindutva.

Het concept van hindutva beschouwde Saavarkar als een alomvattende term voor het unieke karakter van een hindoe op basis van geografische, raciale en culturele gemeenschappelijkheid en eenheid (geografisch – rashtra; een ‘hindoe’ gemeenschappelijk natie; raciaal – jaati; hoewel de term jaati veelal refereert naar kaste, bedoelde Saavarkar hiermee een ‘hindoe’ gemeenschap gebaseerd op ras, cultureel – sanskriti; een term refererend naar ‘hindoe’ als cultuur en beschaving).

Saavarkar definieerde een ‘hindoe’ als een persoon die India als ‘vaderland’ (pitrbhumi) en als ‘heilig land’ (punyabhumi) beschouwd. Hiermee heeft hij niet-hindoes min of meer buitenspel gezet (onder andere moslims en christenen) en krijgt Saavarkars nationalisme een exclusief karakter.

Saavarkar’s nationalisme was daarnaast niet per se afkeurend naar geweld toe, zo schrijft Saavarkar in zijn werk The Indian War for Independence 1857 (voor het eerst gepubliceerd in het Marathi in 1908):

“But so long as the divine age has not arrived, so long as the highly auspicious end remains only in the lines of saintly poets and in the prophecies of the divinely inspired, and so long as, even to make the state of universal justice possible, the human mind has to be busy eradicating sinful and aggressive tendencies, so long, rebellion, bloodshed, and revenge cannot be purely sinful.”[4]

Vaswani’s inclusieve nationalisme

De pluralistische spiritueel-religieus denker en onafhankelijkheidsstrijder, Thanwardas Lilaram Vaswani (18791966) heeft diverse werken geschreven met betrekking tot de thema’s nationalisme, vrijheid, religie en spiritualiteit. Kenmerkend voor Vaswani’s nationalisme was de rol die hij toekende aan religie en spiritualiteit. In tegenstelling tot Saavarkar, stond in Vaswani’s gedachtegoed het principe van geweldloosheid (ahimsa) als middel om doelen te realiseren centraal. Dit is een van de vele voorbeelden waar Gandhi’s invloed is terug te zien op Vaswani.

Opvallend is ook dat Vaswani geen superioriteit toekende aan één religieuze of etnische bevolkingsgroep. In Apostles of Freedom (1922) zien wij hoe hij verschillende religieuze bevolkingsgroepen wilden betrekken bij de onafhankelijkheidsstrijd:

“If men of different faiths in India will not realise that they are to live together as brothers, we cannot build up swaraj (home-rule). It is a shame to us there was violence at Bombay on the hartal (strike) day. The swaraj of strife is a shame swaraj; it will only lengthen the chain of our slavery. Parsis and Christians and Jews and Muslims and Hindus,- we belong to one Brotherhood; and we well may pay homage to the Founder of each Faith. In such a unity is the future of India.”[5]

Hoewel Vaswani niet per se negatief stond tegenover het fenomeen van nationalisme, wees hij de lezer in zijn werk India Arisen (1922) wel op de mogelijke gevaren ervan. Volgens Vaswani zou nationalisme een gevaar kunnen vormen wanneer deze ‘humaniteit’ uit het oog zou verliezen:

“When a Nation aims at building up its greatness by trampling upon humanity, it falls a victim to arrogant, exclusive, aggressive nationalism. Such nationalisms may be strong but are mad; they build ‘empires’; they exploit ‘inferior’ races; they stir up passion and strife; they are infected with race-pride; they are intoxicated with the cult of power. Such nationalisms were at the root of the World-war.”[6]

Humaniteit als behoeder voor een inclusief nationalisme

Hoewel Saavarkar en Vaswani in een zelfde tijd opgroeiden en met dezelfde politieke situaties te maken hadden, zien we dat er enorme verschillen waren in de manier hoe zij hun nationalisme hadden vorm gegeven. Opvallend is bijvoorbeeld dat Saavarkar ‘de hindoe’ niet per se als een religieus persoon zag, maar de term ‘hindoe’ breder gebruikte (geografisch, raciaal en cultureel).

Vaswani zou over Saavarkar zeggen dat hij de humaniteit uit het ogen had verloren en dat hij mogelijk geïnfecteerd zou zijn met ‘race-pride’. Waar Saavarkar van mening was dat geweld onder bepaalde omstandigheden toegestaan was, stond Vaswani voor een absolute geweldloosheid.

Waar Saavarkar van mening was dat alleen een hindoe, India als ‘vaderland’ en als ‘heilig land’ kon beschouwen, probeerde Vaswani verschillende religieuze bevolkingsgroepen te betrekken bij de onafhankelijkheidsstrijd zonder de een boven de ander te plaatsen. Terwijl Saavarkars nationalisme een exclusief karakter heeft, laat het nationalisme van Vaswani zien dat nationalisme als fenomeen niet per se geassocieerd hoeft te worden met geweld, noch tot een associatie hoeft te leiden van superioriteit ten opzichte van ‘de ander’. Voor Vaswani was humaniteit het sleutelbegrip om nationalisme een inclusief karakter te geven.

 

Noten

[1] https://www.dailyo.in/variety/mahatma-gandhi-nathuram-godse-vd-savarkar-hindutva-narendra-modi-bjp/story/1/22061.html (Geraadpleegd op zaterdag 28 juli 2018).

[2] https://thewire.in/communalism/modi-should-remember-rape-is-also-a-weapon-of-ideology-and-savarkar-a-proponent (Geraadpleegd op zaterdag 28 juli 2018).

[3] Misra. Amalendu, Identity & Religion: Foundations of anti-Islamism in India, (New Delhi: Sage Publications, 2004), 16—17.

[4] V.D. Savarkar, The Indian War of Independence 1857, (Bombay: B.G. Dhawale Popular, Bombay, 1909), 273.

[5] T.L. Vaswani, Apostles of Freedom, (Madras: Ganesh & Co, 1922), 15.

[6] T.L. Vaswani, India Arisen, (Madras: Ganesh & Co, 1922), 93—94.

Over Amit Sampat 11 Artikelen
Amit Sampat heeft Bestuurskunde en Religiewetenschappen gestudeerd aan de Universiteit Leiden. Als oprichter en voorzitter van stichting House of Wisdom houdt Amit zich bezig met politiek, bestuur, religie en filosofie. Hij heeft een enorme passie voor de thema's interreligieuze dialoog en religieus pacifisme.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*