Foto: Quran, door Umar Nasir, via Flickr.com
Foto: Quran, door Umar Nasir, via Flickr.com

Islam en Filosofie

[Dit stuk is geschreven voor en verschenen op www.zinweb.nl.]

Al is het vandaag de dag misschien niet de meest geaccepteerde gedachte, de Islam heeft een mooie verhouding met de filosofie.

De Klassieke Islamitische filosofen die, na de val van het Romeinse rijk, het stokje overnamen van de vroege Westerse denkers, waren niet alleen verantwoordelijk voor de vertaling van de vroege Westerse filosofie (zie deel 1 van deze tweeluik), maar, met ondersteuning van hun geloof, brachten ze zelf ook allerlei mooie ideeën voort.

Islamitische ideeën over taal

Volgens de Islam bevat dat boek letterlijk de woorden van Allah. Dat is ook waarom een vertaling van dat boek nooit een vertaling is, maar een interpretatie.

Allah’s woorden zijn pure schoonheid en dus is de Koran zelfs verhevener dan literatuur.

Men beschouwt de taal van dat boek, het Arabisch, als iets dat direct verbonden is aan Allah. Dit klinkt insignificant, maar dat is het zeker niet. Niemand kan namelijk de woorden van Allah vertalen, want dan zou men zichzelf gelijk stellen aan Allah; we kunnen het dus slechts interpreteren en er enigszins recht aan proberen te doen.

Door deze benadering zijn de Moslims vrijwel vanaf het begin al in staat om kritischer te zijn over de mogelijke betekenis van de woorden van Allah, want het is altijd maar net hoe men het interpreteert. De daadwerkelijke betekenis hoeft dus niet per se letterlijk te zijn en laat veel ruimte over voor interpretatie, want als mensen zijn we niet perfect. En misschien nog wel belangrijker: niemand heeft de absolute autoriteit om te zeggen wat het betekent. Onwetendheid is iets voor mensen, alleen Allah weet en ziet alles. Deze visie levert een unieke dynamiek op tussen het geloof en de filosofen die erover schrijven, want ze hebben, als bij geen ander geloof van die tijd, de vrijheid om te interpreteren.

Islamitische theologie

Terwijl alle menselijke interpretaties de facto al imperfect zijn, is het tegelijkertijd wel heel belangrijk om tot de juiste conclusies te komen over de normen en waarden waarvan Allah wilt dat men zich eraan houdt. Zo ontstond er al snel de Islamitische Theologie (Kalām, letterlijk de studie van woorden). Daarbinnen probeerde men over meer en meer belangrijke zaken, kennis te vergaren.

Binnen de vroege Kalām vinden we verschillende scholen, bijvoorbeeld de Mu‘tazili (de separatisten), die speculatiever waren en die theologische problemen vooral rationeel probeerden te benaderen. Dat omdat ze ervan overtuigd waren dat menselijke kennis daadwerkelijk uitkomst kon bieden in theologische geschillen. Zij stonden recht tegenover een andere grote school, die van de Ash’ari (genoemd naar hun oprichter), die juist meer orthodox waren, maar ondertussen wel hun traditionele ideeën probeerden te verdedigen door het gebruik van het werk van de Antieke Griekse filosofen.

Anders dan in de Christelijke traditie, kon men zich zonder schaamte beroepen op ongelovige denkers.

Dat ging waarschijnlijk zo’n stuk soepeler, omdat de Islam van origine een tolerante houding heeft naar andere religies. Toen het Islamitische geloof ontstond, waren er namelijk reeds andere religies aanwezig rondom de Middellandse Zee. Dat er ‘concurrenten’ waren, kon de Moslims niet deren, sterker nog, ze incorporeerde ideeën van de andere in hun eigen geloof. Zo maakt het Joodse volk deel uit van de geschiedenis van de Islam, want het zijn ‘mensen van het boek’ (van de Koran). En ook worden Abraham en Jezus bijvoorbeeld gezien als profeten die delen van de woorden van Allah ontvingen, voordat hun eigen profeet, Mohammad, de uiteindelijke woorden van Allah kreeg. En als het heilige boek leent van ongelovigen, dan is dat in de filosofie natuurlijk ook gemakkelijker te doen.

De eenheidsdoctrine

Een van de grote punten van verschil binnen de vroege Kalām, is de eenheidsdoctrine. Mohammed had zijn volgelingen namelijk verteld dat ze alle andere goden moesten opgeven, want Allah is één (tawḥīd – de doctrine van de Eenheid/het één-zijn van Allah).

Maar wat betekent het dan om één te zijn?

En hoe wordt de creatie van de wereld dan verklaard? Moet Allah dan gezien worden zoals in de ideeënleer van Plato of juist meer als een eerste principe a la Aristoteles, of totaal anders? Allah is perfect, dus hij maakt geen fouten en dus is de wereld zoals Allah die bedoeld heeft. Maar als Allah de wereld zo bedoeld heeft, bestaat er dan nog wel zoiets als vrije wil? Dit zijn juist vragen waarover men, door eerder genoemde interpretatievrijheid, veel filosofische reflecties schrijft.

Al-Kindī over het idee van eenheid

De eerste echte Islamitische filosoof is Abu Yusuf Ya‘qub ibn Ishaq al-Kindī (circa 801–873). Onder Moslims draagt al-Kindī de titel ‘De Arabische Filosoof’. Zo noemde hij zichzelf niet, maar belangrijk is wel dat hij de eerste was die zichzelf filosoof noemde. Hij schreef onder meer over het idee van eenheid.

Volgens hem bevat alles wat gezegd kan worden een inherente meervoudigheid, want er niets dat beschreven kan worden als een absolute eenheid.

Belangrijk is wel dat er volgens hem niet zoiets als pure meervoudigheid is, hij bekritiseert dus alleen de enkelzijdige interpretatie van eenheid.

Allah daarentegen is niets anders dan pure eenheid, omdat we weer niets zeker kunnen weten of zeggen over hem, aldus al-Kindī. Om consistent te blijven, trekt hij die compleetheid van Allah volledig door. Dat doet hij door te stellen dat Allah zo puur is in zijn eenheid dat hij ook tijdens het scheppingsproces niet de wereld vanuit zichzelf creëert, maar vanuit het niets (het bekende creatio ex nihilo idee waar Christelijke denkers zich later ook mee bezig zullen houden).

Al-Kindī is slechts de eerste in een traditie gevuld met interessante denkers en prachtige ideeën. Zo gauw als je er ook maar iets van leest, dan valt gelijk op hoe groot het verschil in vrijheid is. Deze filosofen dachten en schreven over onderwerpen die in de latere Christelijke traditie, nog vele eeuwen als ketterij zouden worden afgedaan. Dat komt waarschijnlijk doordat Islam nooit te maken heeft gehad met de oppositie tussen religie en rationaliteit, waar wij in het Westen haast niet aan konden ontsnappen. Het resultaat daarvan is een cultuur die veel meer innovatief en vooruitstrevend is dan veel andere samenlevingen voor, tijdens en na hun tijd.

 

Verder lezen…

Er is in het Nederlands weinig geschreven over Islamitische filosofie, maar wel is er het mooie boek Islamitische filosofie, Een geschiedenis van Michiel Leezenberg.

Over Sharon Hagenbeek 36 Artikelen
Sharon Hagenbeek heeft Literatuurwetenschappen en Filosofie gestudeerd en schrijft over die onderwerpen voor diverse media. Daarnaast is ze momenteel bezig met het haar PhD-onderzoek naar Animality in het werk van Nietzsche en Foucault.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*