Face, door Transformer18, via Flickr.
Face, door Transformer18, via Flickr.

Het menselijke kwaad volgens Emmanuel Levinas

 “Iedereen zal erover eens zijn dat het ontzettend belangrijk is om te weten of we niet gedupeerd worden door de moraal”, schrijft filosoof Emmanuel Levinas aan het begin van zijn magnus opus Totaliteit en Oneindigheid (1961). Met de aanslagen in Manchester en London nog op ons netvlies, lijkt dit inderdaad een van de meest relevante vraagstukken van de filosofie. Is de mens in de kern geneigd tot het kwaad? En heeft de moraal nog wel enige kracht?

Het genietende subject

Emmanuel Levinas had van dichtbij de Holocaust meegemaakt en schreef vanuit een tijd waarin het kwaad werkelijkheid was geworden. Toch was hij ervan overtuigd dat de mens gedragen werd door het goede. Hij zocht dit goede niet in God of de Bijbel, maar in de relatie met de ander. De ander, stelt Levinas, kunnen wij ontmoeten, voelen en beschrijven op grond van uiterlijke kenmerken. De ander, maken we daarmee een soort van eigen; wij proberen toegang tot hem te krijgen op een actieve manier: door te interpreteren en te oordelen. Dit is de natuurlijke neiging van het intentionele subject: dit subject reduceert datgene wat anders is tot hetzelfde. Dat is prima als het gaat om objecten, aangezien deze objecten ons kunnen voeden, behagen en tevredenstellen. Opvallend is dat Levinas ondanks zijn achtergrond een fundamentele positiviteit aan het subject geeft: het subject dat in de wereld is, verkeert in een staat van genieting, omdat de objecten om hem heen hem datgene geven wat hij nodig heeft.

Toch ziet Emmanuel Levinas ook een probleem in dit subject dat alles reduceert tot hetzelfde. Het subject laat namelijk hierdoor geen ruimte voor datgene wat radicaal anders is. Het radicale andere is datgene wat zich buiten het kennen, de representatie en de intentie valt. Levinas lokaliseert dit radicale andere in het gezicht van de ander die wij ontmoeten. Het gezicht, stelt Levinas, ontsnapt aan ons en transcendeert datgene wat wij kunnen vatten. De relatie met de ander is daarmee een relatie die in het teken staat van andersheid, mysterie en transcendentie. In de relatie met de ander wordt duidelijk hoezeer ik de ander nodig heb om een volledig zelf te zijn. Dit komt door de manier waarop Levinas tijd omschrijft.

Het probleem van de tijd

Emmanuel Levinas maakt in zijn analyse van tijd onderscheid tussen synchrone (meetbare) tijd en dischrone tijd. Het genietende subject heeft een eigen verleden, heden en toekomst. Maar omdat hij fundamenteel eindig is, kan hij deze drie tijdsmomenten niet met elkaar verbinden; Levinas stelt dat het subject in het moment blijft plakken. Het subject kan namelijk zichzelf niet transcenderen. In de relatie met de ander wordt deze transcendentie wel bereikt, waardoor het subject de gift van de eindigheid ontvangt.

Nu lijkt het erop dat het subject eerst een eindig, genietend subject is dat daarna, in de relatie met de ander, de transcendentie krijgt toebedeeld. Dat is echter niet zo. Voor Emmanuel Levinas gaat de dischrone tijd vooraf aan de synchrone tijd. Dit komt omdat de relatie met de ander altijd zich in het verleden afspeelt; de ander is altijd mij al voor geweest. Dit heeft deels te maken met de tijd (er was al iets voordat ik in de wereld kwam) en deels met de taal (er was al een taal voordat ik geboren was).

De relatie met de ander is er altijd al voordat ik iets kon zeggen of doen. Dit betekent dat de relatie met de ander mij draagt in plaats van dat ik de ander draag.

Ethiek en individualiteit

Wat Emmanuel Levinas eigenlijk lijkt te zeggen is dat ik eerst een relatie met de ander heb, voordat ik een zelf kan worden. De ander transcendeert mij omdat hij radicaal anders is, en opent voor mij de structuur van de oneindigheid. De relatie met de ander heeft daarnaast een ethische connotatie: de ander houdt mij verantwoordelijk voor zijn welzijn. Deze verantwoordelijkheid voor het welzijn van de ander is – vanuit de structuur van de relatie – oneindig. Wat moeten we echter met deze oneindige verantwoordelijkheid met de ander? Is dit niet de genadeslag voor het subject waardoor hij valt onder de dictatuur van de ander? Nee, zegt Levinas: de oneindige verantwoordelijkheid geeft hem juist zijn uniciteit.

Het morele appel wat de ander op ons doet is namelijk een moreel appel of mij als gesitueerd, historisch individu. Niet de mensheid in het algemeen, niet een volk of ras, maar ik word aangesproken op mijn verantwoordelijkheid voor de ander. De relatie met de ander biedt daarnaast de openheid tot het fundamentele goede; zelfs als ik door mijn eindigheid nooit de oneindige verantwoordelijkheid voor de ander kan waarmaken, word ik in de kern nog steeds gedragen door die verantwoordelijkheid.

Verbinding

Hoewel er filosofisch gezien nogal wat op Emmanuel Levinas valt aan te merken, is hij een filosoof die iets heel fundamenteels aanraakt: namelijk het feit dat wij zonder de verbinding met anderen geen waardig en moreel goed persoon kunnen zijn. Wij raken dan op drift; opgesloten in het moment waardoor we niet onszelf meer kunnen transcenderen en de ander als ander kunnen zien. Als ik denk aan de jonge jongens die in Brussel, Parijs en Manchester hebben besloten om door een zelfmoordaanslag anderen te doden, moet ik hieraan vaak denken. Zijn deze jonge jongens niet de verbinding kwijt en opgesloten in het moment van het totaliserende subject dat alles reduceert tot hetzelfde?

Graag maak ik hier nog een link tussen de theoretische visie van Emmanuel Levinas en het praktische insteek van geweldloos communiceren. Geweldloos communiceren is verbindend communiceren. Deze methode zet de relatie met de ander voorop, zonder dat daarbij de behoeften van de een of de ander genegeerd worden. Enkel wanneer we de ander kunnen begrijpen als ander en daarbij de fundamentele verbinding met hem voelen en met onszelf, kunnen we het geweld afwenden. Enkel dan worden we niet langer gedupeerd door de moraal.

 

Referenties

  • Emmanuel Levinas, Totality and Infinity, An essay on exteriority, Vertaald door Alphonso Lingis, 1969, Duquesne University Press.
  • Marshall Rosenberg, Living nonviolent communication, 2012, Sound True.
  • Worshops, trainingen en informatie voor ouders die hun kinderen geweldloos willen opvoeden: www.communicerenmetcompassie.nl

 

Over Martine Berenpas 24 Artikelen
Martine Berenpas (1979) heeft gezondheidspsychologie en wijsbegeerte gestudeerd aan de Universiteit Leiden en is momenteel bezig met haar promotietraject. In haar onderzoek vergelijkt zij vanuit een feministisch perspectief het denken van Emmanuel Levinas met het Daoïsme. Martine is geïnteresseerd in comparatieve filosofie, fenomenologie en ethiek.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*