Kleine jongens worden groot, maar hoe? Terwijl #MeToo veel aandacht krijgt, kijken we maar weinig naar waar dit gedrag vandaan komt. Filosofe en psychologe Martine Berenpas stelt de vraag of we onze jongens niet anders moeten opvoeden.
Door de aandacht voor #MeToo, wordt de omvang van grensoverschrijdend gedrag duidelijk. De recente gebeurtenissen leiden ertoe dat veel mannen toegeven over grenzen te zijn gegaan. Het lijkt er echter op dat dit gedrag niet op zichzelf staat; grensoverschrijdend gedrag lijkt wel inherent te zijn aan het man-zijn. En dan heb ik het niet alleen over gruwelijkheden van verkrachting of aanranding, maar ook over de “lichte” vormen van grensoverschrijdend gedrag zoals in de zaak van Job Gosschalk naar voren kwam. “Mannen zijn massaal schuldig aan #MeToo”, wordt in de vele discussies rondom dit gedrag gezegd. Een vraag die echter nauwelijks wordt gesteld is hoe het zo mis kon gaan met onze mannen. Is de omvang van het probleem van #MeToo niet tevens een teken dat wij op grote schaal onze jongetjes tekort doen?
Een nieuwsbericht dat deze week wat minder aandacht kreeg, maar dat naar mijn mening nauw verband houdt met de #MeToo discussie is dat geweld tegen kinderen wijdverspreid is. Driekwart van de kleuters wordt bijvoorbeeld fysiek gecorrigeerd bij ongewenst (of zo je mag zeggen “kinderlijk”) gedrag. De vraag die in mij opkwam was hoe wij in godsnaam kunnen verlangen dat onze kinderen de grenzen van anderen kunnen respecteren als wij als ouders op systematische wijze de grenzen van de allerkleinsten overschrijden.
Naast fysieke mishandeling, zijn emotionele en pedagogische verwaarlozing de meest voorkomende vormen van kindermishandeling. Een recent Nederlands onderzoek stelt dat ongeveer 40% van de kinderen emotioneel verwaarloosd wordt (Alink et al., 2010). Kinderen die emotioneel worden verwaarloosd krijgen onvoldoende empathie; er wordt onvoldoende aandacht besteed aan hun behoeftes en aan de emoties die de invulling (of niet-invulling) van die behoeftes met zich meebrengen.
Uit onderzoek is gebleken dat ouders en opvoeders een cruciale rol spelen in het voeden van empathie bij jonge kinderen. Kinderen leren primair door modeling, wat betekent dat wij als primaire rolmodellen gelden, omdat kinderen de neiging hebben om ons gedrag te imiteren (Grusec et al., 2007).
Gaan wij zelf over grenzen heen?
Ik denk dat we in het kader van de #MeToo-discussie er niet onder uit komen om ons de kritische vraag te stellen in hoeverre wij de waarde uitdragen om de grenzen van jezelf en van anderen te bewaken. Confronterend maar nodig in mijn optiek is de vraag in hoeverre wij de grenzen van kleine jongetjes respecteren. Ligt ons grensoverschrijdend gedrag niet al in het feit dat wij geneigd zijn om fysieke disciplinering en emotionele onderdrukking te gebruiken bij jonge kinderen? Door jonge kinderen – en met name jongens – te leren dat “grote mannen niet huilen”, door ze consequent te laten weten dat het uiten van emoties niet oké is (“je moet je niet zo aanstellen”; “niet bang zijn”; “zo erg is het niet”)? Dat we met fysiek geweld iemands persoonlijke grens overschrijven moge duidelijk zijn, maar ook door de gevoelens van kinderen niet serieus te nemen, geven we de boodschap dat hun eigen innerlijke leven, het systeem bij uitstek dat grenzen aangeeft, te wantrouwen.
Kinderen die intersubjectief competent zijn, zijn bij uitstek de kinderen die de capaciteit hebben om hun emoties, gedachtes en gedrag te reguleren en rekening te houden met de behoeftes en gevoelens van anderen (Bulowski et al., 2003). Dit is een capaciteit die veel jong volwassen mannen mijns inziens missen; zij hebben minder oog voor lichamelijke en emotionele grenzen omdat ze waarschijnlijk impliciet geleerd hebben dat ze niet zo belangrijk zijn.
Grensoverschrijdend gedrag ligt verankerd in overtuigingen; overtuigingen die ervoor zorgen dat de eigen behoeftes worden vervuld ten koste van, of zonder rekening te houden met, de behoeftes van anderen. Mijn boute veronderstelling is dat jonge mannen hiermee een patroon repeteren vanuit hun kindertijd waarin ditzelfde gebeurde bij hen.
Jongens opvoeden als feministen
Wat duidelijk wordt in de #MeToo discussie is dat onze seksismecultuur veranderen moet. We moeten een hernieuwde norm introduceren waarin het voor beide seksen belangrijk is om de eigen grenzen en de grenzen van anderen in ogenschouw te houden. De Canadese premier, Justin Trudeau, pleit ervoor om jongens daarom op te voeden als feministen. “Elk van ons heeft er voordeel bij wanneer vrouwen en meisjes dezelfde kansen hebben als mannen en jongens”, stelt Trudeau.
Hoewel Trudeau een moedige poging doet om de rechten van vrouwen te beschermen, is het mijns inziens onvoldoende om de heersende seksismecultuur te doorbreken. Het zit namelijk dieper dan het respecteren van de rechten van vrouwen; het gaat om overtuigingen in het gevoelsleven van jonge jongens die ertoe leiden dat zij niet in staat zijn om grenzen te respecteren.
De vraag die SIRE in het reclamespotje hierboven stelt, “Laat jij jouw jongen genoeg jongen zijn?”, krijgt in de discussie over grensoverschrijdend gedrag een geheel nieuwe betekenis.
Niet alleen moeten we jongens op fysiek vlak hun eigen ontwikkeling laten volgen, maar ook op emotioneel vlak dienen wij ervoor te zorgen dat hun ontwikkeling niet wordt geschaad. Kleine jongens moeten de kans krijgen om te luisteren naar hun eigen gevoelens en hun behoeftes op een adequate manier te verwoorden. Dat begint bij de opvoeders die ervoor zorgen dat er voldoende empathie is voor de angsten en onzekerheden van deze kleine mensen. De boodschap die wij daarbij moeten geven is dat alle gevoelens die zij hebben oké zijn en dat het op geen enkele manier een aantasting is van hun mannelijkheid.
Grenzen van anderen respecteren begint bij het herkennen en respecteren van de eigen grenzen, dat heeft niets te maken met het vervrouwelijken van mannen, maar is de fundamentele basisbehoefte van ieder mens, ongeacht zijn sekse.
Referenties
- Alink, L., IJzendoorn, R. van, e.a. (2010), De Tweede Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van Kinderen en Jeugdigen (NPM-2010), Leiden Attachment Research Program TNO Child Health.
- Bukowski, W. M., Brendgen, M., & Vitaro, F. (2007). Peers and socialization: Effects on internalizing and externalizing problems. In J. E. Grusec & P. D. Hastings (Eds.), Handbook of socialization: Theory and research (pp. 355–381). New York: Guilford Press.
- Hastings, P. D., McShane, K. E., Parker, R., & Ladha, F. (2007a).
- Ready to make nice: Parental socialization of young sons’ and daughters’ prosocial behavior with peers. The Journal of Genetic Psychology, 168, 177–200.
- Why it is emparative to teach boys empathy, https://ww2.kqed.org/mindshift/2014/06/25/why-its-imperative-to-teach-empathy-to-boys/
- https://www.trouw.nl/samenleving/geweld-tegen-kinderen-is-wijdverspreid~abed0209/
Geef als eerste een reactie