In afwachting van verkiezingdag wordt de Amerikaanse vlag gewassen
Independence Day, door Eddy, via Flickr.

#VS2016: Verkiezingsdag

De Amerikaanse verkiezingen staan bekend als een spektakel, maar ook als een hoop rompslomp. In de aanloop naar de Verkiezingsdag neemt Ivo van Spronsen ons mee in het circus dat de Amerikaanse politiek bepaalt.

Stemmen op de hondenvanger en de president

Nu de Republikeinse en Democratische Nationale Conventies achter de rug zijn, begint ook in Nederland de verkiezingskoorts weer te stijgen voor wat het grootste spektakel op aarde wordt genoemd: de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Op 8 november mogen de Amerikanen stemmen wie de opvolger wordt van Barack Obama.

My Ballot, November 2014, door Daniel X. O'Neil, via Flickr.
My Ballot, November 2014, door Daniel X. O’Neil, via Flickr.

Hoewel de meeste aandacht uitgaat naar de verkiezing van de machtigste gekozen man of vrouw ter wereld worden er op iedere verkiezingsdag nog vele andere functionarissen gekozen. Allereerst natuurlijk de vice-president, maar ook senatoren en afgevaardigden. Naast de federale functies zijn er ook verkiezingen per staat: gouverneurs, afgevaardigden en senatoren, ministers van justitie, rechters, openbaar aanklagers, burgemeesters, wethouders en gemeenteraadsleden, de ‘school board’ en niet te vergeten de spreekwoordelijke hondenvanger.

Anders dan velen denken echter zijn er in de Verenigde Staten niet iedere vier jaar verkiezingen maar ieder jaar. Leden van het Huis van Afgevaardigden worden in de even jaren gekozen. Tegelijk met een derde van de senatoren die voor een termijn van zes jaar hun zetel innemen. In de Olympische jaren zijn er presidentverkiezingen. Ieder jaar vinden er per staat verkiezingen plaats. Zo worden bijvoorbeeld gouverneurs in Virginia, New Jersey, Louisiana, Kentucky en Alabama in oneven jaren gekozen.

Election Day

Federale verkiezingen vinden plaats op de eerste dinsdag na de eerste maandag van november. Daarom worden de verkiezingen dit jaar niet gehouden op dinsdag de eerste van november, maar op dinsdag de achtste van die maand.

Na het ontstaan van de republiek in 1789 bepaalden staten in eerste aanleg zelf de datum van de federale verkiezingen. Zolang deze maar plaatsvonden binnen dertig dagen voorafgaand aan de eerste woensdag in december. Het moment waarop college van kiesmannen (electoral college) per staat bijeenkomt om de president en vice-president van de Verenigde Staten te kiezen.

De toegenomen en snellere communicatiemogelijkheden – betere wegen en meer kranten –zorgden ervoor dat vooral de presidentsverkiezingen steeds nationaler werden. Hierdoor lieten kiezers in later stemmende staten hun stem afhangen van wat er elders eerder was gestemd. Een fenomeen dat zich nu bij de voorverkiezingen wel voordoet. Om dat te voorkomen stelde het Amerikaanse Congres in 1845 Election Day in.

Wachten en nog eens wachten

Voting: Own Risk, door Peter Jones, via Flickr.
Voting: Own Risk, door Peter Jones, via Flickr.

In 2016 worden er naast de president en vice-president onder andere 34 senatoren, 435 afgevaardigden en twaalf gouverneurs gekozen. In 44 staten worden 86 van 99 wetgevende kamers gekozen. Daarnaast worden veel van de eerder genoemde lokale functionarissen gekozen.

Stemmen in de Verenigde Staten is, anders dan in Nederland, dus een flinke klus waarvoor de kiezer behoorlijk geduld voor moet hebben. Los van het stemmen zelf moeten veel kiezers lang in de rij staan om te mogen stemmen. In 2012 moesten sommige kiezers in Florida tot wel zeven uur wachten voordat zij konden stemmen.

Nog meer complicaties

Een andere hobbel voor kiezers is dat men zich moet registreren om te kunnen stemmen. Waar in Nederland de stempas gewoon op de deurmat valt, moet men in de Verenigde Staten de moeite nemen om zich te registreren. Na die registratie kan men in november stemmen. In sommige staten krijgen kiezers die bij de vorige verkiezingen zijn komen stemmen automatisch een oproep, in andere is elke keer registreren nodig. Het bevordert niet het gemak van de stemgang en vergroot overduidelijk niet de opkomst. Bovendien bevoordeelt het bestaande kiezers boven nieuwe.

Helaas voor Amerikaanse kiezers is verkiezingsdag in de VS geen algemene vrije dag. In slechts acht van de vijftig staten is het een publieke feestdag (Delaware, Hawaii, Kentucky, Montana, New Jersey, New York, Ohio & West Virginia). Er gaan stemmen op om verkiezingsdag uit te roepen tot nationale vrije dag of om het verplaatsen naar een weekenddag. Dat heeft nog niet geleid tot een wijziging van de wet. Wel kunnen in veel staten mensen stemmen in de periode voorafgaand aan verkiezingsdag of via de post. Dat maakt het stemmen gemakkelijker en in theorie ook minder fraudegevoelig.

De opkomst

Er doet zich in de Verenigde Staten een paradox voor. In het land met waarschijnlijk de meeste gekozen functies ter wereld, stemmen de burgers het slechtst. In jaren met presidentsverkiezingen komen de meeste kiezers op. In 2004 en 2012 gingen respectievelijk 60 en ruim 58 procent van de kiezers naar de stembus. Zelfs in het historische jaar 2008 toen de Verenigde Staten voor het eerst een zwarte president kozen was de opkomst slechts een kleine 62 procent. Een opkomst van meer dan 65 procent is sinds 1908 niet meer gehaald.

Tijdens de midterms, de even verkiezingsjaren zonder presidentsverkiezingen, ligt de opkomst veel lager. In 2006, 2010 en 2014 kwam maar 40, 41 en 36 procent van de kiezers naar de stembus. Dit geeft op verschillende fronten een probleem. Bij een lage opkomst daalt de legitimiteit van het resultaat. Wanneer een meerderheid van kiezers niet de moeite heeft genomen om te stemmen, is het voor de gekozene lastiger te verdedigen dat hij of zij een mandaat heeft van de kiezer voor het gevoerde beleid of de gemaakte keuzes.

Een ander probleem is dat het kiezersvolk dat wel opkomt tijdens de midterms steeds minder een afspiegeling is van de Amerikaanse samenleving. Deze kiezers zijn ouder, blanker, rijker en meestal conservatiever dan de gemiddelde bevolking. Zij stemmen op andere kandidaten waardoor de samenstelling van het Congres na tussentijdse verkiezingen vaak conservatiever is. In de laatste jaren zijn deze politici, als gevolg van hun electoraat ook minder bereid tot compromis.

De politieke gevolgen

De lage opkomst, een slechte afspiegeling van het electoraat en een grotere opkomst van proteststemmers tijdens de midterms; het maakt de samenwerking tussen Congres en president niet gemakkelijker. Het gevolg van deze gridlock is dat er in Washington DC weinig gebeurt. Wat er wel veel plaatsvindt is vingerwijzen over wiens schuld het is dat er de federale overheid niets voor elkaar bokst.

Deze impasse zorgt ervoor dat federale politici in een bijzonder laag aanzien staan bij de kiezer. Vooral het Congres kan op weinig steun rekenen; bij de laatste peilingen van juli vindt 12,8 procent dat het Congres het goed doet. De waardering voor het Congres is al jaren laag en sinds de jaren zestig niet meer boven de veertig procent geweest. Bijzonder genoeg is de waardering voor de eigen afgevaardigde en senator vaak behoorlijk hoger dan dat van het Congres als geheel.

De president komt er wel iets beter van af. Ook voor hem geldt dat een positieve waardering van meer dan vijftig procent van de kiezers een taaie dobber is. In de laatste maanden van zijn presidentschap, stijgt Obama gestaag in waardering. Dit vooral vanwege het feit dat hij in vergelijking met de presidentskandidaten op de kiezer overkomt als een staatsman terwijl Clinton en Trump overkomen als modder gooiende politici.

Weinig vertrouwen in de federale politici en een lage opkomst bij de verkiezingen lijken in de Verenigde Staten wel verband met elkaar te houden. Afkeer voor Washington DC, cynisme dat Democraten en Republikeinen een pot nat zijn en de eerder genoemde institutionele problemen zoals registreren voor het stemmen, verkiezingsdag op dinsdag en te lange wachtrijen zorgen voor een beperkte participatie in het democratisch proces.

Dat is voor een land dat prat gaat op zijn republikeinse tradities en graag een democratisch voorbeeld wil zijn voor de rest van de wereld wel een vlek op het blazoen. Juist de participatie van alle burgers aan het politieke proces zorgen ervoor dat de Amerikaanse republiek kan voldoen aan zijn zelfgekozen ideaal. Waar de onafhankelijkheidsverklaring en grondwet eloquent getuigen van een visie van een republiek waarin iedereen meedoet, is de werkelijkheid 240 jaar na haar oprichting helaas minder poëtisch.

Over Ivo van Spronsen 12 Artikelen
Ivo van Spronsen is Amerikanist, journalist, redacteur en raadslid in Leiden. Geïnteresseerd in geschiedenis, politiek en internationale betrekkingen begon hij zijn internationale avontuur in een conservatief dorp in Ohio. Daar leerde hij de Amerikaanse volksaard beter begrijpen. In 2001 en 2002 verbleef hij een zomer in New York en ondervond aan den lijve wat 9/11 met de stad en de mensen had gedaan. In 2012 voerde hij in Illinois en Iowa campagne voor Obama. Hij maakte in 2016 van dichtbij mee hoe de campagne van Clinton in Pennsylvania niet genoeg kiezers naar de stembus kreeg.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*