Vluchtelingen komen aan, door Freedom House, via Flickr.

Wachten in ‘de regio’

Wachtend in de regio ‘eten we onszelf op’: over de levens van vluchtelingen in het Midden-Oosten en hoe dit verbonden is met gemedieerde “Europese vluchtelingencrisis”. Een verhaal van antropoloog Mirjam Twigt.

Het afgelopen jaar is er veel media-aandacht geweest voor mensen die hun toevlucht zoeken in Europa. Er werd gesproken over “Europese migratiecrisis”, later omgedoopt tot de “Europese vluchtelingencrisis”. Ik zet deze woorden bewust tussen aanhalingstekens, omdat we verder dan Europa moeten kijken. Meer dan 80% van de vluchtelingen wereldwijd bevinden zich niet in Europa, maar daarbuiten, in Afrika, Azië en Latijns-Amerika.

Waarom proberen deze al dan niet erkende vluchtelingen naar landen zoals Nederland te komen? Dit is onder meer, omdat ze vaak al jarenlang in onzekerheid leven. En wat wij op tv zien, wordt ook daar op tv gezien, alleen zien zij geen mediabeelden van ‘vreemdelingen’, maar van hun vrienden en familieleden die de oversteek gemaakt hebben.

Politici die het Nederlandse en Europese vluchtelingenbeleid maken, en de media die hierover berichten, hebben het bij het verkeerde eind: hogere muren, grenspolitie of tijdelijke financiële hulp zullen niet verhinderen dat mensen een veilig(er)e toekomst zoeken. Om dit duidelijk te maken belicht ik de verhalen van twee Irakese vluchtelingen die ik ontmoette in Jordanië, een land in de zogenoemde regio.

In Jordanië, net zoals in Libanon en Turkije, bevindt zich een groot aantal vluchtelingen. Jordanië huisvest tenminste 700.000 vluchtelingen, op een totale bevolking van 8 miljoen. Bijna 10 % van de bevolking is dus vluchteling. Het overgrote deel woont in de steden, waar ze tussen de lokale bevolking in (vaak vochtige, kale) appartementjes wonen.

In de zomer van 2015 waren ongeveer 50.000 mensen uit Irak geregistreerd bij de UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties. Sommigen zijn een jaar geleden naar Jordanië gekomen, maar veel anderen wonen al meer dan tien jaar als ‘tijdelijke gast’ in de hoofdstad van Jordanië, Amman. Het is hierbij belangrijk om te weten dat zogenoemde bescherming van vluchtelingen formeel beperkt is: er is geen recht op werk of op Jordanees staatsburgerschap. Toegang tot hoger onderwijs is onbetaalbaar. Dit betekent dat, als vluchteling, je leven als het ware in de wacht staat.

Je wacht tot je land veilig genoeg is om naar terug te keren. Je wacht tot je via de VN of een Westerse ambassade toegelaten wordt tot een zogenoemde hervestigingsplek (resettlement) in een Westers land. Wachten kost tijd, maar ook geld en zodra het geld opraakt kun je of het risico nemen om terug te gaan naar een onveilig land, of een illegaal baantje zoeken, met het risico om gedeporteerd te worden. Aangezien de kans op resettlement uiterst klein is, zoek je in de tussentijd druk naar een alternatieve manier van doorreizen naar een land waar jij en je kinderen wel een toekomst kunnen opbouwen. Ik wil in dit artikel inzoomen op de levens van twee bijzondere mensen om aan te tonen hoe wachten in de regio ervaren wordt.

Netjes Wachten

Adam, is een charmante 21-jarige jonge man uit Bagdad. Hij heeft Engels geleerd via de tv en spreekt dan ook vloeiend Engels, maar met een dik Amerikaans accent. Hij is inmiddels vier jaar in Jordanië, nadat ze uit Syrië gevlucht zijn waar ze vijf jaar als vluchteling leefden. Gedurende zijn korte leven heeft hij afscheid moeten nemen van 78 vrienden, en van zijn zus: sommige zijn illegaal naar Europa vertrokken, maar het overgrote deel is ‘geresettled’ aangezien er tot 2013 een uitgebreid hervestigingsprogramma voor Irakese vluchtelingen naar de Verenigde Staten was. Maar Adam en zijn familie zijn niet geselecteerd en het is lastig om inzicht te krijgen waarom. Hij vraagt zichzelf af: “Ik wil een rustig leven. Waarom? Ik ben geen terrorist. Ik wil een reden! Ben ik een terrorist?! Ik vraag mezelf dat inmiddels af, ik vraag het zelfs aan mijn ouders. We gaan slecht over onszelf denken.”

Adam brengt zijn tijd vooral door achter de computer, aangezien werken verboden is en hij niet het risico wil lopen om gedeporteerd te worden naar Irak. Zijn opa heeft hem een laptop cadeau gegeven, maar hij vertelt dit liever niet, want hij weet dat het niet in het plaatje past: een vluchteling met een laptop. Via Facebook is hij in contact gebleven met veel van zijn vrienden die doorgereisd zijn.

Wanneer ik Adam vraag over illegaal doorreizen, vertelt hij mij dat hij zijn ouders, die met gezondheidsklachten kampen, niet alleen kan laten. Bovendien is er geen geld beschikbaar omdat ze alles wat ze hebben reeds hebben uitgegeven aan wachten. “Jezelf opeten”, wordt dit genoemd.

Omar, een succesvolle ingenieur, eveneens uit Bagdad, kent dit soort verhalen. In plaats van wachten ging hij daarom eerst op zoek naar alternatieve manieren om legaal door te reizen. Maar toen de nieuwsprogramma’s meer en meer aandacht begonnen te schenken aan de “Europese vluchtelingencrisis” begon het tot hem door te dringen dat de illegale manier de meeste kans op succes had. Via diverse Facebookgroepen informeerde hij zichzelf over hoe hij zo veilig mogelijk met zijn vrouw en twee kinderen de oversteek kon maken. En hij leerde zijn vrouw zwemmen. Toen ik hem eerder in Jordanië ontmoette, vroeg hij mij:

“Hoe kan het dat de VN en Europa ‘illegaal’ gedrag belonen met een vluchtelingenstatus, terwijl wij ons hier aan alle formele regels houden en geen enkele hulp krijgen?”

De illegale route

Uiteindelijk besloten Omar en zijn vrouw om inderdaad illegaal via Turkije en Griekenland te reizen. Hij vertelde mij hoe moeilijk deze beslissing was, juist omdat de voornaamste reden een veilige toekomst voor zijn dochters was: wat als er onderweg iets met hen zou gebeuren? Het hele plaatje is te technisch voor dit artikel. Het ongrijpbare VN-programma voor hervestiging, vertelde Omar, “brak onze geest. Toen begon ik na te denken over de zee”.
Ik heb Omar en zijn prachtige familie in Duitsland opgezocht waar ze veilig zijn. Maar ze wachten nog steeds: nu op de beslissing of ze wel of geen vluchtelingenstatus krijgen.

Omar en Adam gebruiken sociale media om zoveel mogelijk grip te houden op hun situatie. Het feit dat veel vluchtelingen een smartphone hebben, is iets dat ook uitgebreid belicht wordt in de Nederlandse pers. Maar waarom kunnen we vluchtelingen of alleen als kwetsbaar en arm, of alleen als oplichters zien? Waarom is het zo moeilijk om je voor te stellen dat de meeste mensen die hun land ontvluchten, niet arm hun reis beginnen? Om je land te verlaten heb je geld nodig, en dit betekent dat de armste mensen niet in staat zijn om hun land te ontvluchten. Juist voor een vluchteling is het hebben van een smartphone bijna een eerste levensbehoefte: om contact te hebben met mensen thuis en daarbuiten en om te weten of ze veilig zijn. Maar ook om je weg te vinden in een nieuw land, om tijd te overbruggen en om verder te zoeken naar vellige potentiële locaties en routes uit Jordanië.

Humaniteit gewenst

Deze twee verhalen laten ook zien hoe verwarrend het systeem is, maar hoe desondanks mensen zoals Omar en Adam controle proberen te krijgen over hun leven. Het Nederlandse vluchtelingenbeleid is echter gericht op regionale opvang, het buiten houden van zoveel mogelijk ‘vreemdelingen’. Maar we kunnen ons afvragen 1) hoe haalbaar dat is en 2) hoe humaan dit is.

Terwijl Europa bekvecht over ‘overstromingen’ of ‘tsunami’s’ van vluchtelingen, of dit al dan niet ‘echte’ vluchtelingen zijn en hoe zij Europa’s culturele landschap gaan veranderen, is het belangrijk om het volgende te benoemen.

Natuurlijk kan Europa omgaan met de ‘immense toename van vluchtelingen’: het afgelopen jaar kwamen omstreeks 1 miljoen vluchtelingen in Europa. 28 (of 27, indien artikel 50 door het Verenigd Koninkrijk wordt doorgevoerd) lidstaten en 500 miljoen mensen kunnen deze verantwoordelijkheid aan. We spreken hier over een vluchtelingenpopulatie die kleiner is dan het aantal vluchtelingen in Libanon. Waar we het hier in feite over hebben is (het gebrek aan) bereidheid om moslims te verwelkomen. De vluchtelingencrisis is bovendien vervlochten met misvattingen rondom de Islam, maar dat gaat voorbij aan het onderwerp van dit artikel.

Kunnen we echt verwachten dat de ‘regio’ de rechten en kansen van vluchtelingen verbetert wanneer Westerse landen niet meer dan een klein steentje bijdragen? Ons loskoppelen van de problemen in het Midden-Oosten en/of door middel van met geld de put proberen te dempen, is geen oplossing. In plaats daarvan riskeren we dat de ‘regio’ uit zijn voegen barst. Daar komt nog bij dat, met name wat betreft Irak, we niet kunnen ontkennen dat de chaos aldaar daar deels te wijten is aan een interventie die door de Nederlandse overheid gesteund werd.

Een studente vertelde mij laatst hoeveel medelijden ze had met ‘de vluchtelingen’. Hoewel ik me wellicht gevleid zou moeten voelen, klonk dit neerbuigend in mijn oren. Medelijden is gebaseerd op een idee van superioriteit, op het idee dat wanneer wij (wie? Europa, het Westen?) ondersteuning geven, dingen geregeld worden. Het veronderstelt dankbaarheid.

Deze problematiek is echter te complex voor de quick fix van regionale oplossing. Waar ik daarentegen voor pleit is, met een gebrek aan een beter Nederlands woord, medeleven en zorg. Hiermee kunnen we omdenken over hoe vluchtelingen allereerst medemensen zijn en pas dan mensen in (tijdelijke) nood. Vluchtelingen zijn buitengewoon creatieve en veerkrachtige mensen, die volhouden ondanks alle ellende die ze hebben meegemaakt. Daar kunnen we juist heel veel van leren, hier in Europa…

Over Mirjam Twigt 2 Artikelen
Mirjam Twigt is een Nederlandse PhD-student aan de Universiteit van Leicester in het Verenigd Koninkrijk. Zij doet onderzoek naar de ervaringen van Irakese vluchtelingen in Jordanië en kijkt in het bijzonder naar de rol en het gebruik van diverse media-vormen. Zij heeft een achtergrond in antropologie en werkte voordat ze met haar promotieonderzoek begon met vluchtelingen en migranten in Nederland, Egypte en Jordanië.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*