Vorige maand verscheen Love and Friendship in de bioscopen. De zoveelste Jane Austen film? Lees hier de recensie van de film, geschreven door Rachel Postma.
Volgens de hoofdrolspeelster Kate Beckinsale, die Lady Susan vertolkt in de nieuwste Jane Austen, worden de meeste mannen naar de bioscoop meegesleurd door hun vrouwen om deze film (van Whit Stillman) te aanschouwen. Aan hun haren mee gesleept en daarom vermoedelijk teneergeslagen worden ze de zaal ingedwongen, waar ze vervolgens anderhalf uur lang getrakteerd worden op de wijze levenslessen van Lady Susan omtrent de onderwerpen die de ietwat ironisch gekozen titel van de film – naar een ander kort verhaal van Austen – al doen vermoeden.
Gelukkig, zo verzekerde zij ons in de talkshow van Graham Norton, liggen deze willoze slachtoffers binnen de kortste keren blauw van het lachen. Want Lady Susan, onze heldin uit het jaar 1790 en tevens hoofdpersoon uit de brievennovelle van Austen (die pas gepubliceerd werd na haar dood), is op het oog uiterst geestig, tenzij je je verdiept in haar diepste zielenroerselen, want dan kom je bedrogen uit.
Na het zien van de film van rijst de vraag hoe het mogelijk is dat Jane Austen zo’n modern personage heeft gecreerd, zo anders dan al haar andere protagonisten. Wat zegt het door haar nooit uitgebrachte Lady Susan over haar als auteur en persoon? En in hoeverre is deze verfilming een goede weergave van wat ze geschreven heeft?
Lady Susan, het verhaal
Lady Susan staat er om bekend dat ze er genoegen in schept om vooral heel veel mannen te verleiden, waar ze nog in slaagt ook. Een schande, aangezien ze nog maar net weduwe is. Dit weerhoudt haar er desalniettemin niet van om haar bedenkelijke zegetocht ongestoord voort te zetten. En dat doet ze op uiterst geraffineerde wijze.
Zo is ze weliswaar de deur uitgetrapt bij de familie Mainwaring, omdat ze zowel de getrouwde man des huizes als de beoogde partner voor zijn nichtje voor zich won, en bij de familie Vernon (de broer van haar overleden man en schoonzus) aangekomen gaat ze schaamteloos verder met die dingen die ze het liefst doet: flirten en de boel bedonderen. Dat dat lukt is een wonder op zich.
Haar eigen dochter Frederica huwelijkt ze liever uit aan een onnozele vent, James Martin, zeer geestig neergezet door Tom Bennett. Wat moet je als vrouw anders doen om een flinke som geld veilig te stellen? Helaas beschikt haar dochter volgens haar moeder noch over het benul noch over de nodige charme om dit zelf voor elkaar te krijgen. Eerdere pogingen liepen tot Lady Susan’s ongenoegen op niets uit.
En ondertussen probeert zij zelf de veel jongere Reginald de Courcy – de broer van haar schoonzus -voor zich te winnen, om haar familie een hak te zetten. Hoewel zijn naasten dit op alle mogelijke manieren trachten te verhinderen, valt hij uiteraard als een blok voor haar charmes. Ze is een cougar avant la lettre, want deze toyboy kan natuurlijk niet wachten om met haar te trouwen en helaas voor hem heeft zij heel andere plannen.
Als haar dochter plotseling ten tonele verschijnt (wanneer ze weggestuurd is van kostschool), krijgen we ook nog opvoedkundigadvies van Lady Susan, niet bepaald een liefdevolle moeder. Volgens haar kun je geen scherpere kritikasters treffen dan je eigen kinderen. Daar houdt ze kennelijk niet van, want ze doet er werkelijk alles aan om haar zogenaamd onder het mom van een goede opleiding elders onder te brengen. Dit om te beletten dat haar eigen duivelse plannen op niets uitlopen.
Het boek ‘Lady Susan’ volgens de critici
Anders dan de hoofdpersonen in Austen’s overige werk hebben we in Lady Susan van doen met een minder braaf en romantisch type. De briefroman is vermoedelijk geïnspireerd op het werk van Samuel Richardson (waar Austen een bewonderaar van was) en Les Liasons Dangereuses van Pierre Choderlos de Laclos, dat ook in briefvorm verscheen en eveneens een gevaarlijke vrouwelijke protagoniste heeft.
De achterneef van Austen, James Edward Austen Leigh, bracht Lady Susan in 1871 op de markt, als onderdeel van zijn biografie ‘A memoir of Jane Austen’, waarin hij vertelt dat het door de familie wordt gezien als een van haar eerdere boeken. De biograaf vraagt de lezer haar niet af te rekenen op iets dat ze nooit zelf publiceerde. Zo schrijft hij in zijn Preface: “perhaps she wrote it as an experiment in conducting a story by means of letters” en “it is probable that she was not quite satisfied with the result”. Dit verklaart natuurlijk waarom ze het niet langer maakte dan veertig pagina’s en waarom het in een la verdween.
In de introductie op deze biografie stelt Kathryn Sutherland dat de familie, die tevens haar brieven verbrandden en niet bepaald happig was op het delen van privé aangelegenheden, graag het beeld schetst van Aunt Jane die tussen het borduren door haar romans schreef, met de volgende steekwoorden “nature loving, religious, domestic, middle class”, en dat terwijl zij daarmee zelf dit beeld juist onderuit halen door dit ongepubliceerde werk naar buiten te brengen.
Want Lady Susan getuigt volgens Sutherland van “rawer, edgier, social talent” dan haar latere werk, en is het onbestaanbaar dat het gezien moet worden als “the extensions of a wholesome and blameless life lived in simple surroundings”.
De verklaring daarvoor geeft Margaret Drabble (in Lady Susan the Watsons and Sandition) in haar introductie op Lady Susan, waarin ze aangeeft dat Austen werkte ten tijde van een overgangsperiode van de heersende moraal. Waarbij ze de achttiende eeuw ziet als “outspoken and coarse” en de negentiende typeert als “prudish and discrete”. In dat licht kan Lady Susan gezien worden als een typisch achttiende eeuws werk. Het getuigt immers van meer morele ambiguïteit dan je op grond van de rest van haar oeuvre zou vermoeden.
In Lady Susan zijn daar zeker voorbeelden van te vinden, ze is namelijk behoorlijk ‘modern’, vooral in de wijze waarop ze met mannen omgaat. Ook is ze verre van passief in de liefde en neemt haar lot in eigen hand. Bovendien heeft ze het voorzien op jongere en getrouwde mannen, terwijl de andere hoofdpersonen uit Austens romans als Elizabeth in Pride and Prejudice en Elinor in Sense and Sensibility hun oog laten vallen op oudere exemplaren. Waar het verkeerd afliep met overspeligen in Mansfield Park, blijft Lady Susan nagenoeg onbestraft.
Volgens Q.D. Leavis (in Lady Susan and the origins of Mansfield Park) is Lady Susan zelfs een prototype voor het latere Mansfield Park, dat geschreven is tussen 1811 en 1813. Austen zou het personage van Lady Susan verwerkt hebben in de personages van Mary Crawford en haar broer, al is Lady Susan niet alleen maar een vreemdgangster, of de personificatie van het kwaad. Ze is ook “witty, intelligent and charming” (Drabble, p.13).
Het personage van Lady Susan is volgens Leavis door Jane gebaseerd op ene Mrs. Craven, een knappe en gemene vrouw van stand en tevens de moeder van vriendinnen van haar, die ongelofelijk gemeen was tegen haar dochters en hen geregeld opsloot. Uiteindelijk konden deze dochters ontsnappen door te trouwen met twee van Austens broers.
Het is onmogelijk om met zekerheid te stellen waarom Jane Austen het werk ter zijde heeft geschoven en er bovendien geen beter slot aan heeft gegeven (Ze heeft het stuk vrij abrupt beëindigd, middels een alwetende verteller met wat commentaar na de briefwisseling). Je zou kunnen concluderen dat ze zich niet langer kon vinden in de eigenschappen van Lady Susan, omdat ze een moraal vertegenwoordigde die niet strookte met de tijdsgeest.
Wat ook een verklaring kan zijn, is dat Austen moeite had met de vorm waarin ze het heeft geschreven. Het genre was erg populair in die tijd, maar zij kon er vermoedelijk minder goed mee uit de voeten. Ook Sense and Sensibility is in eerste instantie geschreven door Austen als epistolaire roman, betiteld Elinor & Marianne, en later omgevormd tot derde-persoonsvertelling.
Volgens Margaret Drabble lijdt het verhaal tevens onder een “lack of balance”, waarin Lady Susan de show steelt en de rest van de personages er in feite een beetje bijhangen. Zelf vind ik dit vooral naar voren in komen in de film, waarin met name de vrouwelijke personages schril afsteken bij Lady Susan. Zeker Frederica, haar dochter, die wel een poging doet om weg te lopen en in te gaan tegen de volstrekt absurde behandeling van haar moeder, kan absoluut niet tegen haar op.
Film versus Boek
Hoewel de film vermakelijk is, lijken sommige grappen het publiek niet te bekoren. Vermoedelijk blijft de door Beckinsale opgevangen bulderende lach daarbij uit, omdat het taalgebruik van Jane Austen te subtiel is voor de Nederlandse kijker. Die is tenslotte volledig gewend aan de directheid van buren en buitenlui en slaat er niet van achterover wanneer een dame zich op een dergelijke, voor haar stand eigenlijk uiterst onfatsoenlijke wijze, uitlaat.
Wat haar zo leuk maakt om naar te kijken (en over te lezen), is dat ze zeer geestig uit de hoek kan komen. Zo zegt ze tegen haar goede vriendin Mrs. Johnson dat ze enkel onbeleefd is tegen mensen die ze heel goed kent. En verzucht ze dat diens man helaas te jong is om te sterven en tegelijkertijd te oud om in bedwang te houden. Feiten worden weggezet als ‘horrid things’ door de dames en Lady Susan blijft tot het laatst toe erin geloven dat ze in staat is om iedereen om de tuin te leiden.
Waar het boek er echter mijns inziens wel in slaagt om te overtuigen van de gelaagdheid van de personages, is dat in de film soms ver weg. Zo is de schoonzus van Lady Susan in het boek een stuk beter in staat om haar doortraptheid waar te nemen, terwijl ze in de film geportretteerd wordt als een speelbal van Lady Susan. De komische noot voert veelal de boventoon, waardoor de film met zijn platte karakters inboet aan realisme. Zo raakt de morele ambiguïteit van Austen die het verhaal juist boeiend maakt ondergesneeuwd.
Geef als eerste een reactie