Sybrand van Haersma Buma spreekt op een CDA-bijeenkomst, bron: https://www.cda.nl/sybrand-door-het-land/
Sybrand van Haersma Buma spreekt op een CDA-bijeenkomst, bron: https://www.cda.nl/sybrand-door-het-land/

‘Conservatieve revolutie’: een beladen term

Terwijl het politieke debat beheerst wordt door alle groeipijntjes van het populisme, is er weinig aandacht voor de veranderingen die plaatsvinden in de conservatieve hoek. Classicus en filosoof Rijk Schipper bespreekt de ‘conservatieve revolutie’.

Commentatoren stellen herhaaldelijk vast dat het politieke élan tegenwoordig op rechts ligt. Terwijl linkse partijen zoeken naar hun identiteit en alle zeilen moeten bijzetten om hun aanhang vast te houden, duikt op de rechterflank een veelheid aan nieuwe partijen op. Vaak spreekt men over PVV, VoorNederland en Forum Nederland en hun gelijken als ‘rechts populisme’ of ‘extreemrechts’. Verder doen de aanduidingen ‘neonationalisme’ en ‘neoconservatisme’ opgeld. Ook de paradoxale uitdrukking ‘neoconservatieve revolutie’ is te horen.

Ik wil enige helderheid scheppen in deze terminologische verwarring door het begrip ‘neoconservatieve revolutie’ beter te bekijken. Daarvoor ga ik terug naar de historische beweging die onder deze naam furore maakte. Dat brengt ons terug naar de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog.

Twee boegbeelden

De beroemde Duitse schrijver Thomas Mann was geruime tijd een conservatief revolutionair. In zijn Betrachtungen eines Unpolitischen (Overdenkingen van een apolitiek persoon, 1918) getuigt hij van zijn enthousiasme voor de beweging. Vooral de antithese tussen cultuur (vitaal) en civilisatie (decadent) spreekt hem aan. Enkele jaren later voegt hij daar een synthese aan toe: die tussen de filosofie van Nietzsche en de Russische ziel. Deze invloeden zouden kenmerkend zijn voor de conservatieve revolutie, aldus Mann in het voorwoord tot zijn Russische Anthologie (1921).

Nadat de roes van de oorlog bij Mann is uitgewerkt en hij de gevaren van het nieuwe Duitsland ziet, past hij zijn ideeën aan. Nu stelt hij dat een conservatieve revolutie kan zorgen voor het herstel van ‘maat en waarde’ (Maß und Wert, 1937). Die zijn in het gedrang gekomen door het moderne project van individuele en maatschappelijke emancipatie. Daardoor houden mensen geen maat meer en zijn zij blind geworden voor universele waarden. Gelukkig zijn er nog altijd de Bildungsbürger, mensen van ontwikkeling en beschaving. Getraind in de eeuwige waarden van de humaniteit hebben zij een voorsprong op de moderne, ontwortelde burger en op de egalitaire samenleving.

Hedendaags geformuleerd: de conservatieve revolutionairen willen een wal opwerpen tegen individualisering (of zelfs: atomisering) en bakens uitzetten in de vloeibare samenleving. Conservatief is deze beweging omdat ze wil bewaren wat de waarde van de mens uitmaakt en zich sterk maakt voor de instituties die deze waarden uitdragen. Revolutionair is zij omdat ze het verleden niet wil kopiëren maar de huidige tijd radicaal wil hervormen.

Een ander boegbeeld van de conservatieve revolutie is Hugo von Hofmannsthal. Deze Oostenrijkse literator is in het Duitse taalgebied nauwelijks minder fameus dan Thomas Mann. Vooral zijn toespraak Das Schrifttum als geistiger Raum der Nation (De literatuur als geestelijke ruimte van de natie, 1927) heeft grote invloed gehad. ‘Geestelijke ruimte’ klinkt vandaag misschien wat ouderwets, omdat de geest (net als de ziel) op allerlei manieren onder druk staat. Toch kennen we ook de combinatie ‘publieke ruimte’, dus zo vreemd is de door Hofmannsthal gebruikte uitdrukking niet.
Kenmerkend voor zijn variant van de conservatieve revolutie is dat hij daarin een grote rol ziet weggelegd voor Oostenrijk. Het gaat dan echter om Oostenrijk als ‘idee’, en niet om een vorm van nationalisme. Hofmannsthal kent zijn land een voortrekkersrol toe in Europees verband. Als een waar gidsland kan het ijveren voor het herstel van een bezield verband. Daarin is voor alle landen en volken een plaats. Hofmannsthal stelt:

‘Het proces waarover ik spreek, is niets anders dan een conservatieve revolutie van een omvang die de Europese geschiedenis nooit eerder heeft gezien’. De spreker doet een beroep op mensen ‘die niet vrijheid maar binding zoeken. (…) Alleen wat aan allen gemeenschappelijk is kan verbinden’. Voor hem staat ‘de overmacht van de volksgemeenschap boven al het individuele’.

Mogelijkheden en gevaren

Een sterk punt van de conservatieve revolutie is dat zij oog heeft voor de moderne tijd en de uitdagingen daarvan niet uit de weg gaat. Zij brengt het beste uit de aloude humanistische traditie naar voren. Zonder de vroegere toestand (het ‘ancien régime’) te willen herstellen, pleit ze voor gemeenschappelijke waarden en voor een bezield maatschappelijk verband. Daarvoor doet ze geen beroep op rationele ontwerpen of blauwdrukken, maar laat ze de civil society het werk doen.

Ook is de conservatieve revolutie alert geweest als het ging om de gevolgen van industrialisatie en mechanisering. (In onze tijd kunnen we daarvoor automatisering en digitalisering invullen.) Daardoor kunnen menselijke waarden onder de voet worden gelopen en het is zaak daartegen in het geweer te komen. Alle hulp is daarbij welkom, ook van linkse zijde. Een harmonieuze, op universele waarden gebaseerde gemeenschap waarborgt de menselijke waardigheid.

Aan de conservatieve revolutie zitten beslist ook gevaarlijke kanten. Historisch gesproken bleek de beweging niet immuun voor fascistische en nationaalsocialistische tendensen. De radicale vleugel van de conservatieve revolutionairen zwoer de parlementaire democratie af, in het bijzonder de Weimarer Republiek. Allerlei sentimenten en ressentimenten verenigden zich in een populistische beweging die reikhalzend uitzag naar een ‘charismatische’ leider. Voor Thomas Mann was dit alles een reden om zich van de conservatieve revolutie te distantiëren en zich achter de sociaaldemocratische Republiek te scharen.

Inderdaad kan een conservatieve revolutie gemakkelijk voor het karretje van reactionairen worden gespannen. Dan wordt de moderniteit niet in een dialoog tegemoet getreden, maar eenvoudigweg geëlimineerd. In de politieke praktijk kan dat antiparlementarisme (‘nepparlement’) en vulgaire agitatie (‘tegen de ‘elite’) betekenen. Ook Hofmannsthals Europese vergezicht kan dan worden vergeten, waardoor een exclusief ‘identiteitsdenken’ ontstaat.

De politieke arena

Kortom: de conservatieve revolutie heeft weinig van doen met rechts populisme. Want dit populisme is wel revolutionair van aard, zeker als het gaat om verbale uitingen– al gaat het dan meer om de vorm, de buitenkant. Maar rechts populisme is niet per se conservatief, omdat het zich afzet tegen de ‘saaie’ parlementaire democratie, en al helemaal tegen hogere culturele waarden (‘linkse hobby’s’). De conservatieve revolutionair is daarentegen bereid de handen ineen te slaan met anders georiënteerde politici en medeburgers, om zo de gewenste maatschappij en cultuur te bereiken. Dat geeft wel aan dat het etiket ‘rechts’ niet op deze beweging past.

Evenmin vertegenwoordigt de conservatieve revolutie een huis-tuin-en-keuken conservatisme. Want daarin gaat het vooral om het behoud van have en goed. Weliswaar is de huidige VVD alles behalve onideologisch, maar de drive van de conservatieve revolutionairen zal die partij moeilijk kunnen volgen. Want conservatief revolutionairen handelen volgens het motto: ‘wil alles hetzelfde blijven, dan moet alles veranderen’. Dat zal een VVD-er hen niet gauw nazeggen.
Als de conservatieve revolutie niet zozeer is besteed aan de PVV of aan de splinters op rechts, noch aan de VVD, aan wie dan wel? De lezer raadt het al: het CDA. Enkele citaten uit de Zeven principes van deze partij:

‘Wij willen een Nederland waar fatsoenlijke mensen de norm zijn. Een samenleving bouw je op wederkerigheid. (…) We kiezen voor een nieuwe cultuur die de familie waardeert en duurzame relaties ondersteunt. (…) Nederland staat vooraan in Europa, om onze economie en onze werkgelegenheid te versterken. Maar we trekken ook een scherpe grens tussen wat Brussel wel en niet bepaalt. Dat betekent een nieuw Europa’.

Daarmee zou een conservatieve revolutionair het alleen maar eens kunnen zijn.

Alarm en antwoord

En luister ook eens naar de woorden die de voorman van de christendemocraten, Sybrand van Haersma Buma, sprak op het verkiezingscongres van 14 januari 2017:

‘Het is tijd voor verandering. Want ondanks onze welvaart, onze rijkdom ten opzichte van andere landen, is Nederland een bezorgd land geworden. De economische crisis, het toenemende respectloze gedrag, de onrust aan de grenzen van Europa, en de vrees voor terreur heeft veel mensen onzeker gemaakt over de toekomst. We zien een samenleving die langzaam afbrokkelt, waar een kleine groep het voor zichzelf goed heeft geregeld, en de eigen weg wel vindt in een snel veranderende, globaliserende wereld, maar waar steeds meer mensen het gevoel hebben niet langer mee te doen of mee te tellen.’

We zien hier een oproep om het roer om te gooien, gezien de veronderstelde alarmerende toestand van het land.

Een diepere oorzaak van deze symptomen ziet de CDA-lijsttrekker in de toegenomen tegenstellingen en het doorgeslagen individualisme van deze tijd.

‘Het liberale idee dat we er allemaal beter van worden als iedereen maar het beste voor zichzelf kiest, is niet waar. Integendeel, vrijheid zonder verantwoordelijkheid leidt tot egoïsme, polarisatie en het recht van de sterkste. Dat aan de kaak stellen, daar een antwoord op geven, dat is de kern van ons verkiezingsprogramma.’

De conservatieve revolutie lijkt hier in goede handen.

Over Rijk Schipper 1 Artikel
Rijk Schipper is classicus, theoloog en filosoof. Hij is werkzaam in het onderwijs als docent klassieke talen en filosofie. Verder draagt hij bij aan diverse tijdschriften, zoals Tijdschrift Filosofie en Hermeneus, Tijdschrift voor Antieke Cultuur. Ook is hij actief in de (lokale) politiek.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*