Het is weer raak, weer komt een misbruikschandaal bij de Rooms-Katholieke Kerk aan het licht. Theoloog Sander Funcke beschrijft hoe de gelovige gemeenschap behoefte heeft aan een afgewogen reactie.
Eén van de grote onderwerpen van de afgelopen dagen was het misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk in Pennsylvania. Driehonderd priesters die een nog veel groter aantal kinderen hebben misbruikt in de afgelopen decennia. Vele honderden kinderen en families die hierdoor voor hun hele leven getekend zijn. Een verschrikkelijk drama.
De wereld is aangeslagen. Zelf kan ik er nauwelijks woorden voor vinden. Eigenlijk ben ik vooral verbijsterd.
Afgestudeerd als protestants theoloog ben ik een aantal jaren geleden Rooms-Katholiek geworden. De manier van geloven en de manier van gemeenschap zijn raakte mij op een positieve manier tot in mijn kern. Ik weet dat de schandalen gelukkig niet representatief zijn voor de hele kerk. Ik weet dat de meeste gelovigen en priesters gewetensvol met iedereen om willen gaan en de integriteit van anderen het hoogste goed vinden. De vraag hoe dit heeft kunnen gebeuren klinkt bij elk schandaal dat aan het licht komt harder. Hoe kunnen we hier tegenaan kijken?
Veel columnisten doen een poging om woorden te geven aan de emoties die er onder mensen leven. Ik vind dat een bijzondere gewaarwording. Het blijkt dat één gebeurtenis heel verschillende reacties teweeg kan brengen. Drie stukken wil ik eruit lichten.
Woede
Aan het ene uiteinde is daar de column van Youp van ’t Hek in NRC. Hij staat bekend om zijn schertsende opmerkingen over geloof. Boosheid en zelfs agressie voeren de boventoon in zijn schrijven. Van ’t Hek zet een harde lijn in. Het liefst had hij een handgranaat geplaatst voor een aantal Amsterdamse kerken, zodat burgemeester Halsema al deze kinderbordelen had moeten sluiten. Voor de duidelijkheid, het woord “kinderbordeel” is afkomstig uit de column.
Zonder gêne stampt Van ’t Hek de wereld van gelovigen omver. Er zou een religieverbod moeten komen. Hij generaliseert en schrijft alle gelovigen af. Het doet pijn, omdat hij niet lijkt te zien hoeveel mensen zich vanuit het geloof inzetten voor anderen. Het wringt, omdat hij àlle priesters wegzet, zonder de steun te zien die de geestelijkheid biedt, bijvoorbeeld bij ziekte of het overlijden van mensen.
Wanneer Van ’t Hek had gezegd dat alle gekleurde mensen lui zijn, had hij zich een paar keer moeten bedenken en deze generalisatie waarschijnlijk niet opgeschreven. Maar je mag blijkbaar wél schrijven dat alle priesters misbruik plegen. Deze felle reactie is juist wat hij wil oproepen. Als gelovige moet ik van hem gaan nadenken over de hypocrisie van het instituut. Akkoord, maar misschien moet Van ’t Hek eens gaan nadenken over de positieve invloed van het geloof op mensen.
Bestuurlijke verantwoordelijkheid?
De woede van Van ’t Hek komt ook voor bij kerkelijk betrokken schrijvers. In Trouw begint Stijn Fens zijn column zelfs met de vraag of de lezer het nog wel aan kan, een nieuw schandaal. Fens adresseert zijn woede aan het instituut. Hij is als kritisch gelovige niet anders gewend. Hij geeft aan dat hij zou willen dat Franciscus hardere maatregelen neemt. Het is de leider die moet ingrijpen en die de verantwoordelijken moet ontslaan. De katholieke kerk is top-down opgebouwd en de top moet het maar oplossen. Trouw publiceerde al eerder een opiniestuk dat eenzelfde toon ademt.
De nadruk komt zo enorm op de bestuurlijke kant van het verhaal te liggen. Een verschrikkelijke misstand van priesters verwordt tot een managementvraagstuk: Hoe dealt de kerk hiermee?
Het verdriet van de slachtoffers en de onmacht van de gelovigen lijkt Fens links te laten liggen. Als kerkwatcher hoeft dat natuurlijk niet bij je taak te horen. Toch geeft dat bij mij onbegrip. Waarom blijft hij steken in zijn eigen boosheid? Juist híj zou, als betrokken gelovige, een lans kunnen breken voor de pastorale kant van de zaak. De directe slachtoffers zijn waarschijnlijk nog steeds deel van de kerk. Zouden zij de beste hulp krijgen als de Paus de verantwoordelijken uit hun functie ontheft. Ik denk dat er wel meer moet gebeuren dan dat.
De troostzoeker
Aan het andere uiteinde is daar Daniël Lohues (van de band Skik), die op zijn eigen website over het schandaal schreef. Lohues vertelt dat hij lange tijd de Rooms-katholieke kerk verdedigde, maar dat er met al die schandalen niet meer aan te beginnen is. Hij is dan niet echt meer religieus, maar de kerk blijft wel “zijn club”. Toch vraagt Lohues zich af of hij het kruis en het Mariabeeld niet weg moet halen uit de kamer. Maar dan kijkt hij Maria aan en in haar blik vindt hij op het eind van de column toch nog troost.
Lohues blijft het dichtst bij de gewone gelovige, die niet weet wat hij of zij eigenlijk met de situatie aan moet. De column is evenwichtig en heeft zowel de boosheid als het verdriet in zich. Maar het stuk mist het appèl aan de verantwoordelijken. Van ’t Hek en Fens doen die oproep wel. Voelt Lohues zich er niet toe geroepen of gaat ook hij vooral aan de slag met zijn primaire emotie van verdriet en onbegrip?
Het Vaticaan spreekt
Hoe het ook zij, de hoogste macht in de Kerk laat gelukkig niet lang op zich wachten. Deze week nog schreef de Paus een brief aan het hele volk van God. Hij maakt van het lijden van de slachtoffers het lijden van iedere gelovige. Hij bekent namens de kerk schuld voor het niet tijdig handelen in de misbruikschandalen en roept op tot een ommekeer. Het is rechtdoen aan de gevoelens van de slachtoffers en die van gelovigen die met hun handen in het haar zitten. Het is een begin waarmee mensen verder kunnen.
Helaas is ook dit weer een begin. Juist van de hoogste werkgever mag je na een schuldbelijdenis ook stappen tot verbetering verwachten. Dit zijn stappen die weloverwogen genomen moeten worden en niet alleen bepaald moeten worden door de waan van de dag. Wellicht zien we ze later deze weken alsnog en krijgt Fens waar hij in zijn column al om vraagt.
Een complexe situatie
Christenen beschouwen elkaar als broeders en zusters. Ze zijn een familie die bij elkaar wil blijven, ook al is er ruzie in de tent of laten sommige mensen crimineel en afgrijselijk gedrag zien. Het blijft familie. Dit maakt de situatie complexer dan hij voor een buitenstaander al is.
Vanuit de eerste emotie reageren ligt voor de hand. Daarmee doe je altijd onrecht aan een deel van die familie. Daarom is het belangrijk dat je met een reactie op dit soort situaties eerst de feiten laat bezinken en durft te overdenken. Dit inclusief je eventuele eigen betrokkenheid op het probleem.
Een afgewogen reactie brengt evenwicht in de situatie. Immers, zowel het instituut als de gelovigen zijn totaal uit het lood geslagen. Om een nieuwe balans te creëren is het belangrijk om te zien wie waar behoefte aan heeft. Er is behoefte aan vergelding en straf, maar net zo goed aan troost en nabijheid.
Iemand die buiten deze familie van gelovigen staat heeft deze fijngevoeligheid minder. Dat is ook Van ’t Hek niet te verwijten. Hij zou zich wel meer bewust kunnen zijn van dit buitenperspectief. Lohues is in de loop van de tijd van binnen naar buiten de kerk gegaan. Hij benoemd zijn positie duidelijk. Het is goed wanneer columnisten zich bewust zijn van hun eigen standplaats en die kunnen benoemen. Zo overstijgt een column de zelfbevrediging van de emoties van de schrijver en doet hij constructief recht aan alle betrokkenen.
Geef als eerste een reactie